Magazine Online Alumni magazine | Najaar 2023
In een maatschappij met steeds minder cash laat iedereen, van burger tot crimineel, een spoor van digitale transacties achter. Banken en andere partijen moeten ongebruikelijke transacties melden bij een landelijke organisatie. Toezicht op het uitwisselen van deze gegevens ontbreekt en we weten nauwelijks wat er gebeurt met data over onze betalingsgeschiedenis. Politicoloog Pieter Lagerwaard verdiepte zich in de wereld van internationale financiële surveillance.
In een maatschappij met steeds minder cash laat iedereen, van burger tot crimineel, een spoor van digitale transacties achter. Banken en andere partijen moeten ongebruikelijke transacties melden bij een landelijke organisatie. Toezicht op het uitwisselen van deze gegevens ontbreekt en we weten nauwelijks wat er gebeurt met data over onze betalingsgeschiedenis. Politicoloog Pieter Lagerwaard verdiepte zich in de wereld van internationale financiële surveillance.
Wat heeft u precies onderzocht?
‘Ik heb bekeken hoe Financial Intelligence Units (FIUs) in verschillende landen bankgegevens uitwisselen voor opsporingsdoeleinden. FIUs zijn relatief nieuwe organisaties die opereren op het snijvlak van het publieke en private domein. Als overheidsinstantie krijgen ze gegevens van commerciële partijen, die ze kunnen doorspelen aan politie en justitie. Hun werkwijze is afgeschermd van publieke controle. Dat roept vragen op over proportionaliteit, toezicht en verantwoording.’
Wat doet een FIU?
‘Een FIU verzamelt en beoordeelt ongebruikelijke transacties die particulieren en bedrijven melden. Banken, advocaten, notarissen of kunstgalerieën zijn wettelijk verplicht deze transacties te melden bij een FIU om witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan. Als de FIU een transactie verdacht vindt, maakt ze die beschikbaar voor opsporingsinstanties.’
Waarom is het delen van bankgegevens een probleem?
‘Deze gegevens bevatten veel gevoelige informatie, zoals uitgaven en locaties en soms zelfs religieuze of politieke voorkeur. Burgers weten niet welke gegevens door een bank aan de FIU worden doorgegeven, in welke databases ze worden opgeslagen en hoe ze met derden worden gedeeld. Vanuit opsporingsoogpunt is dat te begrijpen, want deze databases dragen mogelijk bij aan de bestrijding van criminaliteit. Maar het betekent ook dat mensen zonder het te weten in een database met verdachte transacties kunnen voorkomen, zonder dat ze ergens van verdacht zijn. Bovendien mogen FIUs deze gegevens delen met hun zusterorganisaties in andere landen, waaronder landen die het niet zo nauw nemen met de mensenrechten.’
Hoe kun je iets onderzoeken dat geheim is?
‘Ik heb me niet gericht op de inhoud van de onderzoeken van de FIU, maar op de werkwijze. Ik heb een cursus voor FIU-medewerkers gevolgd, ben naar congressen geweest en heb veel mensen geïnterviewd. Ik heb ook verschillende documenten met elkaar vergeleken, zoals jaarrapporten, beleidsnota’s en notulen.’
Werken FIUs internationaal veel samen?
‘Dat hangt er vanaf. Het delen van informatie gebeurt vaak op basis van informele netwerken en onderling vertrouwen. Als FIU-medewerkers elkaar kennen en denken dat gevoelige informatie in goede handen is, zullen ze eerder geneigd zijn om samen te werken. FIUs zijn opgericht in de tijd van de war on drugs om internationale opsporing te vergemakkelijken. Na de aanslagen op 11 september kwam daar ook terrorisme bij. Juridisch is het nogal een grijs gebied. In Nederland valt de FIU onder de politie en dus onder het Ministerie van Justitie en Veiligheid, maar het Ministerie van Financiën is verantwoordelijk voor het budget. Volgens internationale regelgeving moeten FIUs autonoom kunnen opereren. Dat maakt democratische controle lastig.’
Wat zijn de belangrijkste conclusies van uw onderzoek?
‘De relatieve autonomie en het informele karakter van internationale afspraken maken de uitwisseling van transactiegegevens tussen landen mogelijk. Dat roept vragen op over de verantwoording en proportionaliteit van FIUs. Wie is er verantwoordelijk als er een fout wordt gemaakt? Welke instanties controleren hoe zusterorganisaties in het buitenland met doorgestuurde transactiegegevens omgaan? Is financiële surveillance proportioneel ten opzichte van de bijdrage die het levert aan de opsporing? Ik hoop dat deze vragen gesteld gaan worden in het politieke en publieke debat.’
2003-2006 MBO Sociaal Pedagogisch Werk, Nova College in Haarlem
2005-2007 Sociaal werker in Nederland en Engeland
2008 – 2009 Propedeuse Sociaal Werk en Dienstverlening, Hogeschool Inholland in Den Haag
2009-2012 Bachelor Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies aan de UvA
2012-2014 Onderzoeksmaster Sociale Wetenschappen aan de UvA, cum laude
2015-2017 Docent antropologie en sociologie aan de UvA
2019-2020 Onderzoeksbeurs aan de Universiteit van Marburg in Duitsland
2017-heden PhD Following Illicit Finance across Distance and Difference: The Coordination and Practices of Financial Intelligence Units aan de UvA
2021-heden Docent bij de bachelor Politics, Psychology, Law and Economics (PPLE) aan de UvA
2003-2006 MBO Sociaal Pedagogisch Werk, Nova College in Haarlem
2005-2007 Sociaal werker in Nederland en Engeland
2008 – 2009 Propedeuse Sociaal Werk en Dienstverlening, Hogeschool Inholland in Den Haag
2009-2012 Bachelor Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies aan de UvA
2012-2014 Onderzoeksmaster Sociale Wetenschappen aan de UvA, cum laude
2015-2017 Docent antropologie en sociologie aan de UvA
2019-2020 Onderzoeksbeurs aan de Universiteit van Marburg in Duitsland
2017-heden PhD Following Illicit Finance across Distance and Difference: The Coordination and Practices of Financial Intelligence Units aan de UvA
2021-heden Docent bij de bachelor Politics, Psychology, Law and Economics (PPLE) aan de UvA