De studietijd de mooiste tijd van je leven? Das war einmal! Onderzoeken wijzen uit dat meer dan de helft van de studenten tegenwoordig last heeft van mentale klachten. Daarom steunt het Amsterdams Universiteitsfonds uiteenlopende projecten, zodat studenten zich kunnen ontwikkelen, vrienden kunnen maken en zorgeloos plezier kunnen beleven.
Net uit huis, nog wat onwennig in een nieuwe stad en een opleiding waarbij docenten niet klaarstaan om je wegwijs te maken. De eerste maanden van het studentenleven zijn vaak spannend en onzeker. Een groot deel van onze SPUI-lezers zal zich vast in dat beeld herkennen. Maar waar de wat langer afgestudeerden onder ons beschikten over royale studiebeurzen, dito studietijd en in elk geval een dak boven hun hoofd, hoe klein soms ook, hebben veel huidige studenten te maken met prestatiedruk, een tekort aan tijd, forse leningen en woningnood. Tel daar nog een sociaal isolement bij op, veroorzaakt door lockdowns en online colleges, en dat studentenleven ziet er veel minder rooskleurig uit.
Een onderzoek naar de mentale gezondheid van studenten, begin 2021 uitgevoerd door het RIVM, Trimbos-instituut en GGD GHOR Nederland, bevestigt dit beeld. Volgens het rapport ervaart iets meer dan de helft van de studenten (51 procent) psychische klachten, zoals angst en somberheid, waarvan 12 procent zelfs in ernstige mate. Stress door prestatiedruk, slaapproblemen en eenzaamheid resulteren in een slechte mentale gezondheid. In juni 2022 toonde het Gezondheidsonderzoek COVID-19 van het RIVM dat er ondanks het opheffen van veel coronamaatregelen niet echt verbetering zichtbaar is. Fysiek is er herstel zichtbaar en er is meer vertrouwen in de toekomst, maar met de mentale gezondheid gaat het nog steeds niet best.
Laura Tjong Joe Wai, trainer bij studentensportcentrum USC, herkent dit beeld van haar sportlessen. ‘Ik werk hier ruim tien jaar, maar de laatste tijd zie ik steeds vaker jongeren mentaal instorten tijdens mijn lessen’, zegt zij. ‘Tijdens een zware oefening, wanneer ze minder weerstand kunnen bieden aan emoties, barsten ze weleens in huilen uit.’ Ook komen studenten voor of na de lessen bij haar om te praten. ‘Ik hoor veel verdriet over sociale isolatie bij studenten die midden in de coronapandemie zijn gestart met hun studie. Maar ook stress vanwege hoogopgelopen studieschulden, hoge huren en weinig ruimte om zo nu en dan iets leuks te doen. Het is tragisch.’
Het USC probeert de studenten te helpen met motivational empowerment. Tjong Joe Wai: ‘We richten ons er bij de lessen voornamelijk op dat studenten zich goed voelen. De stress eruit sporten en trots zijn op jezelf. Bij ons geen gedoe over calorieën of uiterlijkheden. Sociale media geven al voldoende druk op dat gebied.’ Ook trok het USC onlangs een vertrouwenspersoon aan, waar de USC-leden met mentale problemen terecht kunnen.’
‘Ik hoor veel verdriet over sociale isolatie bij studenten die midden in de coronapandemie zijn gestart met hun studie’
Net uit huis, nog wat onwennig in een nieuwe stad en een opleiding waarbij docenten niet klaarstaan om je wegwijs te maken. De eerste maanden van het studentenleven zijn vaak spannend en onzeker. Een groot deel van onze SPUI-lezers zal zich vast in dat beeld herkennen. Maar waar de wat langer afgestudeerden onder ons beschikten over royale studiebeurzen, dito studietijd en in elk geval een dak boven hun hoofd, hoe klein soms ook, hebben veel huidige studenten te maken met prestatiedruk, een tekort aan tijd, forse leningen en woningnood. Tel daar nog een sociaal isolement bij op, veroorzaakt door lockdowns en online colleges, en dat studentenleven ziet er veel minder rooskleurig uit.
Een onderzoek naar de mentale gezondheid van studenten, begin 2021 uitgevoerd door het RIVM, Trimbos-instituut en GGD GHOR Nederland, bevestigt dit beeld. Volgens het rapport ervaart iets meer dan de helft van de studenten (51 procent) psychische klachten, zoals angst en somberheid, waarvan 12 procent zelfs in ernstige mate. Stress door prestatiedruk, slaapproblemen en eenzaamheid resulteren in een slechte mentale gezondheid. In juni 2022 toonde het Gezondheidsonderzoek COVID-19 van het RIVM dat er ondanks het opheffen van veel coronamaatregelen niet echt verbetering zichtbaar is. Fysiek is er herstel zichtbaar en er is meer vertrouwen in de toekomst, maar met de mentale gezondheid gaat het nog steeds niet best.
Laura Tjong Joe Wai, trainer bij studentensportcentrum USC, herkent dit beeld van haar sportlessen. ‘Ik werk hier ruim tien jaar, maar de laatste tijd zie ik steeds vaker jongeren mentaal instorten tijdens mijn lessen’, zegt zij. ‘Tijdens een zware oefening, wanneer ze minder weerstand kunnen bieden aan emoties, barsten ze weleens in huilen uit.’ Ook komen studenten voor of na de lessen bij haar om te praten. ‘Ik hoor veel verdriet over sociale isolatie bij studenten die midden in de coronapandemie zijn gestart met hun studie. Maar ook stress vanwege hoogopgelopen studieschulden, hoge huren en weinig ruimte om zo nu en dan iets leuks te doen. Het is tragisch.’
Het USC probeert de studenten te helpen met motivational empowerment. Tjong Joe Wai: ‘We richten ons er bij de lessen voornamelijk op dat studenten zich goed voelen. De stress eruit sporten en trots zijn op jezelf. Bij ons geen gedoe over calorieën of uiterlijkheden. Sociale media geven al voldoende druk op dat gebied.’ Ook trok het USC onlangs een vertrouwenspersoon aan, waar de USC-leden met mentale problemen terecht kunnen.’
‘Ik hoor veel verdriet over sociale isolatie bij studenten die midden in de coronapandemie zijn gestart met hun studie’
Naast financiële problemen en studiedruk kan ook onzekerheid een aanjager zijn van mentale klachten. Milio van de Kamp, docent Interdisciplinaire Sociale Wetenschap (ISW), ziet binnen zijn faculteit veel eerste-generatiestudenten die door een gevoel van ‘anders zijn’ zich niet thuis voelen binnen de academische wereld. Waardoor een groot percentage van deze groep vroegtijdig afhaakt.
Van de Kamp: ‘Ik heb een andere sociaal-culturele achtergrond dan de meeste studenten. Ik ben dan ook de enige binnen mijn familie die verder is gekomen dan de middelbare school.’ Daar was hij ‘stapelaar’, hij doorliep zo’n beetje alle lagen van het schoolsysteem. Uiteindelijk kwam hij op de universiteit terecht − een plek waar hij zich lange tijd niet echt thuis voelde. ‘Ik sprak anders, dacht anders en deed anders. Ik voelde me door niemand begrepen, inclusief de docenten.’
Ook Van de Kamp overwoog om zijn studie te staken. Maar omdat studie voor hem de enige manier was om aan zijn achtergrond te ontkomen, ploeterde hij door. In 2020 – inmiddels docent – richtte hij Baanbrekers op, een project waarmee hij eerste-generatiestudenten van ISW een zachtere landing wil geven dan hij kreeg. ‘Door samen te eten, maken deelnemers kennis met elkaar en kunnen ze ervaringen delen. Tijdens workshops werken we aan hun gevoel van eigenwaarde en weerbaarheid.’ Dit voorjaar ontvingen Van de Kamp en zijn medeoprichters subsidie van het Amsterdams Universiteitsfonds om het Baanbrekersprogramma uit te breiden voor eerste-generatiestudenten van andere opleidingen.
‘De universiteit kan voelen alsof iedereen alles al weet en het goed voor elkaar heeft’, zegt Marije Leneman, tweedejaars ISW én stapelaar. Bij Baanbrekers merkte ze dat ze niet de enige was die dit zo ziet. Ook vond ze er als van oorsprong Keniaanse meer mensen met een andere culturele achtergrond. ‘De UvA is toch een vrij wit instituut. Bij Baanbrekers voel ik me geen minderheid en kan ik al mijn struggles delen. Ik heb hier echt mijn gemeenschap en mijn vrienden gevonden.’
Ook ISW-student Anjeliek de Jong heeft veel te danken aan Baanbrekers. ‘Ik denk dat ik zonder de steun van Milio al lang weer terug was bij het HBO. Het gevoel van minder zijn dan je klasgenoten zit gewoon heel diep als je weet dat je thuis niet de opvoeding kreeg die medestudenten wel kregen. Ik ben begonnen op vmbo kader, omdat ik thuis niet werd gestimuleerd. Mijn moeder vindt het ook prima als ik achter een kassa ga werken.’ Bij Baanbrekers besefte ze dat ze niet alleen was met haar ongemak en onzekerheden. En dus pakte ze door. Een andere opsteker waren haar cijfers: binnen een jaar haalde ze haar propedeuse met hoge cijfers.
Naast financiële problemen en studiedruk kan ook onzekerheid een aanjager zijn van mentale klachten. Milio van de Kamp, docent Interdisciplinaire Sociale Wetenschap (ISW), ziet binnen zijn faculteit veel eerste-generatiestudenten die door een gevoel van ‘anders zijn’ zich niet thuis voelen binnen de academische wereld. Waardoor een groot percentage van deze groep vroegtijdig afhaakt.
Van de Kamp: ‘Ik heb een andere sociaal-culturele achtergrond dan de meeste studenten. Ik ben dan ook de enige binnen mijn familie die verder is gekomen dan de middelbare school.’ Daar was hij ‘stapelaar’, hij doorliep zo’n beetje alle lagen van het schoolsysteem. Uiteindelijk kwam hij op de universiteit terecht − een plek waar hij zich lange tijd niet echt thuis voelde. ‘Ik sprak anders, dacht anders en deed anders. Ik voelde me door niemand begrepen, inclusief de docenten.’
Ook Van de Kamp overwoog om zijn studie te staken. Maar omdat studie voor hem de enige manier was om aan zijn achtergrond te ontkomen, ploeterde hij door. In 2020 – inmiddels docent – richtte hij Baanbrekers op, een project waarmee hij eerste-generatiestudenten van ISW een zachtere landing wil geven dan hij kreeg. ‘Door samen te eten, maken deelnemers kennis met elkaar en kunnen ze ervaringen delen. Tijdens workshops werken we aan hun gevoel van eigenwaarde en weerbaarheid.’
Dit voorjaar ontvingen Van de Kamp en zijn medeoprichters subsidie van het Amsterdams Universiteitsfonds om het Baanbrekersprogramma uit te breiden voor eerste-generatiestudenten van andere opleidingen.
‘De universiteit kan voelen alsof iedereen alles al weet en het goed voor elkaar heeft’, zegt Marije Leneman, tweedejaars ISW én stapelaar. Bij Baanbrekers merkte ze dat ze niet de enige was die dit zo ziet. Ook vond ze er als van oorsprong Keniaanse meer mensen met een andere culturele achtergrond. ‘De UvA is toch een vrij wit instituut. Bij Baanbrekers voel ik me geen minderheid en kan ik al mijn struggles delen. Ik heb hier echt mijn gemeenschap en mijn vrienden gevonden.’
Ook ISW-student Anjeliek de Jong heeft veel te danken aan Baanbrekers. ‘Ik denk dat ik zonder de steun van Milio al lang weer terug was bij het HBO. Het gevoel van minder zijn dan je klasgenoten zit gewoon heel diep als je weet dat je thuis niet de opvoeding kreeg die medestudenten wel kregen. Ik ben begonnen op vmbo kader, omdat ik thuis niet werd gestimuleerd. Mijn moeder vindt het ook prima als ik achter een kassa ga werken.’ Bij Baanbrekers besefte ze dat ze niet alleen was met haar ongemak en onzekerheden. En dus pakte ze door. Een andere opsteker waren haar cijfers: binnen een jaar haalde ze haar propedeuse met hoge cijfers.
‘Stress door prestatiedruk, slaapproblemen en eenzaamheid resulteren in een slechte mentale gezondheid’
Zorgen en ongemakkelijkheden én de vele online colleges zorgen voor minder betrokkenheid bij de universiteit en daarmee minder aansluiting bij medestudenten. Terwijl voor studenten sociale verbondenheid juist in deze periode zo’n belangrijke rol speelt. Activiteiten in de vrije tijd worden daarom steeds belangrijker, zowel bij sportvereniging USC, een project als Baanbrekers, CREA als een studentenorkest. Het Amsterdams Universiteitsfonds bevordert dit soort activiteiten graag. Daarbij is de steun van donateurs onmisbaar. Het fonds vraagt deze keer speciaal aandacht voor het mentaal én fysiek welzijn van studenten en jongeren in het algemeen. Ook vraagt het fonds dit jaar extra donaties voor vluchtelingstudenten, want die hulp is nu misschien wel belangrijker is dan ooit.