GESCHIEDENIS

Online alumni magazine voorjaar 2022
Online alumni magazine voorjaar 2022

GESCHIEDENIS

Leestijd: 8 min

GRENSOVER­SCHRIJDENDE HULPVERLENING

tekst | Daan Meijer
beeld | Amsterdams Gemeentearchief

Honderd jaar geleden ontving het Amsterdams Studentencorps een gouden medaille, voor de organisatie van voedselhulp aan de noodlijdende Weense studentengemeenschap. Zeker vijf treinen vol levensmiddelen reden vanuit Nederland naar de door oorlog en economische malaise getroffen hoofdstad van de jonge Oostenrijkse republiek.

Op 22 februari 1922 zit professor Wenckebach aan zijn Weense schrijftafel. Hij richt zich tot het rectoraat van de Universiteit van Wenen, waar hij als hoogleraar Geneeskunde al enige jaren doceert. Hij wil graag dat het Amsterdams Studentencorps bedankt wordt door de Oostenrijkse universiteit. Wat is er gebeurd?

Karel Frederik Wenckebach is een Nederlandse arts, die na zijn studie Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht huisarts in Heerlen wordt. Vervolgens kiest hij voor de wetenschap; zijn specialisme is hartritmestoornissen. Tussen 1914 en 1929 werkt hij aan de Wiener Medizinische Schule. In deze jaren tijdens en na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) verandert het leven van de Oostenrijkers ingrijpend.

In 1919 ontstaat na diverse schermutselingen en veel onderhandelingen de Eerste Oostenrijkse Republiek. Weg is de Donaumonarchie, een grootmacht die zich uitstrekte over het grondgebied van het huidige Oostenrijk, Hongarije, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Italië, Montenegro, Polen, Roemenië, Servië en Oekraïne.

Wenen was met zijn 1,8 miljoen inwoners de hoofdstad van deze Dubbelmonarchie geweest. Vanaf 1919 is de metropool de Hauptstadt eines Kleinstaates, of anders gezegd de Wasserkopf Österreichs.

Vanaf het begin heeft de politiek verdeelde jonge republiek het zeer moeilijk. De gevolgen van de Eerste Wereldoorlog zijn desastreus: financiële chaos, tekorten aan voedsel en brandstof, ziektes en grote sociale ontwrichting. In Nederland blijft dit niet onopgemerkt. De kranten staan vol verhalen over hongersnood en andere gebreken. In de bioscopen draait de film Het Stervende Weenen. In Londen spreekt Wenckebach op een conferentie over gevallen van scheurbuik, die zich in de stad hebben voorgedaan.

‘Plannen om studenten naar Nederland te laten komen zijn eind 1919 niet uitvoerbaar’

Ook tot het studentencorps, dan gevestigd aan Spui 12, dringen de verhalen over de Weense drama’s door. De senaat van het corps wil helpen en neemt contact op met Wenckebach. Dat laat de hoogleraar zich geen twee keer zeggen. Plannen om studenten naar Nederland te laten komen zijn niet uitvoerbaar, schrijft hij eind 1919 aan de Amsterdamse studenten. Hij heeft met de rector magnificus van de Weense universiteit overlegd en stelt voor om levensmiddelen naar Wenen te laten komen. Kunnen de Amsterdammers zorgen voor onder meer kaas, vleesconserven, haring en bokking? Het voedsel kan naar de Mensa Academica te Wenen worden gestuurd. Wenckebach benadrukt dat van de actie Weense studenten van alle gezindten zullen profiteren. En hij is dankbaar, dat studenten in zijn vaderland ‘hunne menschlievendheid willen tonen’.

De senaat van het corps komt direct in actie en neemt contact op met de andere Nederlandse studentenverenigingen. Vanuit Leiden arriveert een brief dat er geen geld voor Weense studenten is opgehaald, want in de stad werd juist gecollecteerd voor de kinderen van Wenen. Maar op vele andere plekken worden er met succes collectes en fancy fairs georganiseerd. In navolging van de vakbondsleden, die hun loon van één dag aan Wenen doneren, staan veel studenten een dag van hun maandgeld ter beschikking.

De Amsterdamse studenten halen vele duizenden guldens op. Ze schakelen het Rode Kruis in, dat levensmiddelen voor de Weense mensa aanschaft. Op 17 februari 1920 gaat een eerste trein vanuit Nederland naar Wenen. Uiteindelijk komen daar zeker vijf treinen vol levensmiddelen aan.

De dank van de Weense academische gemeenschap is groot en Wenckebachs verzoek aan het rectoraat wordt gehonoreerd. In oktober 1922 ontvangt de senaat van het Amsterdams Studentencorps de Goldene Ehrenmedaille der Universität Wien. Het corps is natuurlijk bijzonder trots op de onderscheiding en schrijft de kranten in Nederland aan. Het bericht wordt door de pers overgenomen. Wat er met de medaille is gebeurd en of de rector van het corps hem ooit heeft gedragen is onduidelijk. In de archieven of in de laatjes van de senaatskamer lijkt-ie niet te liggen. Zou een lid hem ooit hebben meegenomen?

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

Twitter

LinkedIn

WhatsApp