Onderwijs- en kansenongelijkheid staan hoog op de maatschappelijke agenda. Soms komen kinderen niet terecht op het niveau dat ze aankunnen, bijvoorbeeld doordat Nederlands niet hun moedertaal is. Leerkrachten kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het verkleinen van ongelijkheid, maar weten vaak niet hoe ze dit kunnen aanpakken. Door wetenschappelijke kennis inzichtelijk te maken en door samen met scholen op zoek te gaan naar oplossingen, kan de UvA hierbij helpen.
Zo begonnen onderwijsdeskundigen Lisa Gaikhorst en Joana Duarte het Multiquity-project. Met dit onderzoek in de strijd tegen onderwijsongelijkheid introduceerden zij een meertalige aanpak in de klas. Dit project, mede mogelijk gemaakt door donateurs van het Amsterdams Universiteitsfonds, laat zien hoe meertaligheid in de klas kan bijdragen aan betere leerprestaties. Volgens Gaikhorst helpt een goede beheersing van de (niet-Nederlandse) moedertaal bij het ontwikkelen van taalvaardigheid. Daarmee leren kinderen makkelijker een tweede taal, zoals Nederlands. Tijdens het onderzoek zagen Gaikhorst en Duarte dat leerlingen die de ruimte krijgen om in hun moedertaal te spreken meer betrokken zijn bij de lessen op school. Ook ontwikkelen ze meer zelfvertrouwen.
Om meertaligheid in de klas te stimuleren, doen Gaikhorst en Duarte praktische voorstellen. Laat leerlingen informatie opzoeken in hun eigen taal. Geef ze een taalmaatje dat dezelfde taal spreekt, om mee te overleggen in hun moedertaal. Ook zien de onderzoekers heil in een schoolbibliotheek met boeken in verschillende talen.
Daarnaast zouden kinderen samen met de ouders woorden in de thuistaal kunnen oefenen.
Een ander onderzoek dat plaatsvindt in het klaslokaal is dat van onderwijswetenschapper Tessa van Schijndel. Zij hoopt binnenkort met haar zogeheten living labs over nieuwsgierigheid van start te kunnen gaan. Een project waarbij ze samen met leerkrachten, onderzoekers en onderwijsontwerpers lespraktijken wil ontwikkelen die de nieuwsgierigheid van kinderen bevorderen. Eerder onderzoek liet al zien dat nieuwsgierigheid heel belangrijk is bij het leerproces van kinderen. ‘Als je nieuwsgierig bent, ben je vaak aandachtiger, onderzoek je je omgeving systematischer en kun je informatie doorgaans beter onthouden’, zegt Van Schijndel. ‘Nieuwsgierigheid wordt gezien als drijvende kracht van de wetenschap, en nieuwsgierige kinderen zijn de wetenschappers van morgen.’
Het goede nieuws is dat vrijwel alle kinderen van nature nieuwsgierig zijn, en op zoek gaan naar informatie als ze iets niet weten. Ouders kunnen de ontwikkeling van dat onderzoekende leren ondersteunen, zegt Van Schijndel. ‘Zo weten we dat een bezoek aan een bos of een museum de nieuwsgierigheid prikkelt. En als ouders hun kinderen daar aanmoedigen om op onderzoek uit te gaan, vragen te stellen of dingen uit te proberen, levert dat succeservaringen op en krijgt die nieuwsgierigheid een boost.’
Niet alle ouders hebben daar de tijd of de middelen voor. Of zij missen de overtuiging dat zij dit kunnen. Dit betekent dat sommige kinderen aangewezen zijn op hun school. Van Schijndel pleit er dan ook voor dat leerkrachten hun leerlingen stimuleren om vragen te stellen en zelf op onderzoek uit te gaan. ‘Kom bijvoorbeeld terug op vragen waar eerder geen ruimte of tijd voor was. Of laat zo nu en dan zien dat je zelf ook iets niet weet en ga samen uitvinden hoe het zit. Ook toon je het goede voorbeeld door zelf veel vragen te stellen.
Daarnaast kan het aanbieden van incomplete informatie de nieuwsgierigheid bij kinderen bevorderen.’
Samen met een team van leerkrachten, onderwijsontwerpers van NEMO Science Museum en mede-onderzoekers wil Van Schijndel ‘mini-interventies’ ontwikkelen in een zogeheten living lab. Dat betekent dat het onderzoek plaatsvindt in de praktijk (lees: in het klaslokaal). Van Schijndel: ‘We proberen uit, reflecteren en kunnen waar nodig aanpassen. Alles wat we ontwikkelen is direct toepasbaar.’
Net als bij het project Meertaligheid wordt een online praktijkboek ontwikkeld. Daarin zijn de wetenschappelijke kennis en inzichten uit de living labs opgenomen, zodat scholen en leerkrachten in Nederland de ongelijkheid in hun klassen kunnen aanpakken.
Het onderzoek van Tessa van Schijndel en haar collega-onderzoekers Brenda Jansen, Maartje Raijmakers en Rooske Franse (NEMO) gaat van start zodra het Amsterdamse Universiteitsfonds voldoende donaties heeft ontvangen. Als u het onderzoek steunt, draagt u bij aan een beter toekomstperspectief voor kinderen.
Met een speciale crowdfundingactie voor Oekraïne haalde het Amsterdams Universiteitsfonds (AUF) binnen drie weken meer dan honderdduizend euro op. En dat bedrag neemt nog elke dag toe. UvA-studenten die door de oorlog geen toegang meer hebben tot hun geld, of problemen ondervinden met betrekking tot veiligheid en verblijfsvergunningen, kunnen met dit geld direct worden geholpen. ‘De academische gemeenschap laat zich hier van z’n beste kant zien.’
‘Een week nadat op 24 februari in Oekraïne de oorlog uitbrak, kwam er vanuit het bestuur het verzoek om iets te organiseren voor onze Oekraïense, Russische en Belarussische studenten die in de problemen dreigden te komen’, zegt relatiemanager Juliette Nieuwland van het Amsterdams Universiteitsfonds. ‘We stonden meteen in de startblokken. Tekstschrijvers, vormgevers, fondsenwervers, communicatieadviseurs, social-mediaspecialisten, ict’ers: iedereen toonde zich betrokken. Er werd geschreven, gebeld, gepraat en georganiseerd. En een paar uur later ging er een volledig opgetuigde crowdfundingpagina live en hadden we alle UvA-websites, -platforms en socialmediakanalen ingericht.’
De volgende dag ontvingen meer dan honderdduizend alumni een mail van de UvA en werden er nieuwsbrieven verstuurd naar medewerkers en studenten. Allemaal om de actie onder de aandacht te brengen en daarmee zoveel mogelijk mensen te motiveren om bij te dragen. En met succes, want dat weekend werd er al ruim dertigduizend euro gedoneerd. De UvA zelf vulde dit aan met twintigduizend euro en de Amsterdamse Universiteitsvereniging doneerde een bedrag van bijna achtduizend euro (voor elk lid een euro).
Om ook studenten actief bij de noodhulp te betrekken, startte de UvA een week later de actie Geef5, waarmee studenten hun solidariteit richting hun mede studenten betuigen door het doneren van vijf euro.
Psychologiestudent en lid van de Centrale Studentenraad (CSR) Joselyn Arevalo Moran: ‘Het is belangrijk dat we dit soort dingen blijven organiseren, zodat de oorlog ook hier actueel blijft. Dat zijn we aan onze Russische en Oekraïense medestudenten verplicht.’
En zo werd er de afgelopen weken op allerlei plekken binnen de UvA-gelederen hartstochtelijk samengewerkt. Om geld in te zamelen maar ook om spullen te verzamelen voor Oekraïense vluchtelingen in Polen, zoals medicijnen en hygiëneproducten. De CSR richtte hiervoor een afleverpunt in bij CREA. Op het Roeterseiland en het Science Park zamelde de interuniversitaire organisatie Students for Ukraine hulpgoederen in. ‘Ongekend’, reageert ook directeur Alumnirelaties & Universiteitsfonds Henriëtte van Oosterzee op al die initiatieven. ‘We hebben nog nooit zo veel donaties in zo’n korte tijd ontvangen. De academische gemeenschap laat zich hier van z’n beste kant zien.’
Als medewerker, alumnus of student is het ook mogelijk om zelf een actie te organiseren. Daarvoor is op het crowdfundingplatform een speciale module ingericht. Zo haalde het Amsterdamse Studenten Corps (A.S.C./A.V.S.V.) al drieduizend euro op en deelde het door studenten drukbezochte café Tapmarin de actie via zijn sociale mediakanalen. Ook zijn daar plannen voor een goededoelenavond ten behoeve van dit noodfonds. Ook op 11 april liet de CSR van zich horen. Samen met Russische celliste Maya Fridman organiseerde de Raad op 11 april een muzikale benefietavond waar veelal Russische en Oekraïense muzikanten optraden.
Sinds de Russische inval in Oekraïne hebben zich zo’n vijftig studenten bij de UvA gemeld, waarvan het merendeel financiële problemen ondervindt door de oorlog. Een van die studenten is Anna, aan wie inmiddels een beurs is toegekend, en die niet met haar echte naam in SPUI wil staan.
Haar Russische ouders raakten door de oorlog allebei acuut hun baan kwijt waardoor zij de studie van hun dochter niet meer kunnen financieren. ‘Ik zou liegen als ik zou zeggen dat deze beurs al mijn problemen oplost’, zegt zij. ‘Want de mentale problemen zijn minstens zo groot als de economische. Maar de zekerheid dat ik nu mijn huur kan betalen en hier kan blijven, houd me kalm. Ik kan voorlopig verder met mijn studie. En dat is belangrijk, want het ziet ernaar uit dat ik na mijn bachelor een baan moet vinden om mijn ouders financieel bij te staan. Zij hebben niets meer.’
Wil je op de hoogte blijven van het verloop van de crowdfundingsacties? Houd dan het crowdfunding platform in de gaten. Hierop kun jij natuurlijk ook nog doneren!
Met financiële steun van het Amsterdams Universiteitsfonds zetten rechtenstudenten hun kennis in de praktijk in, bij complexe juridische zaken. Soms heeft dat verstrekkende gevolgen.
‘Wat is mijn eigen rol in het recht ten opzichte van een zaak? En hoe ga ik om met mijn eigen vooroordelen? Vooral dat laatste was een eyeopener voor me’, zegt masterstudent Nila Shalizi. ‘Ik heb geleerd hoe ik mij als professional moet verhouden tot mijn eigen mening. En zoiets leer je natuurlijk alleen maar in de praktijk.’
Met acht thematische clinics en een intensieve samenwerking met organisaties als de Clooney Foundation (opgericht door Amal en George Clooney), Lawyers for Lawyers en Bureau Clara Wichman, is Amsterdam Law Clinics (ALCs) de absolute koploper van Nederland als het gaat om ervaringsonderwijs. Hier leren masterstudenten hun juridische vaardigheden te ontwikkelen en te verbeteren, door academische kennis toe te passen op echte zaken. Met een toekenning uit het Paul F. van der Heijden Fonds draagt het Amsterdams Universiteitsfonds hier op substantiële wijze aan bij.
Elk semester werken in de ALCs drie tot vijf masterstudenten aan een zaak, onder begeleiding van een universitair docent of een externe professional. Op dit moment spelen er zeventien zaken, die zijn verdeeld over acht clinics met thema’s als European Law en Environmental Justice. ‘Ik gun dit alle studenten’, zegt Shalizi over haar deelname aan de ALCs.
Zij neemt sinds drie maanden deel aan de Business and Human Rights Clinic en werkt daar voor een Britse NGO aan een internationale zaak. ‘Het is zo leerzaam om de theorie van de afgelopen jaren, toe te passen op zaken met echte cliënten. Maar ook de bewustwording van jezelf en wie je bent ten opzichte van je professie vind ik inspirerend.’
De onderwerpen betreffen voornamelijk vraagstukken met een breder maatschappelijk belang, zoals internationaal strafrecht, humanitair recht, milieurecht en arbeidsrecht. ‘Het gaat vaak om spraakmakende zaken die gevolgen kunnen hebben voor grote groepen mensen’, zegt Laurens Ankersmit, studentbegeleider bij de European Law Clinic. Hij noemt de sjoemelsigaret, een zaak waarbij advocaat Phon van den Biesen de misleidende meetmethode van giftige stoffen in sigaretten aankaartte. In eerste instantie bij de Nederlandse rechter, maar uiteindelijk kwam de zaak voor bij het Europees Hof van Justitie. ‘Onze studenten stonden Van den Biesen vier jaar bij met onderzoek en het lijkt erop dat die meetmethode binnenkort wordt aangepast in de Europese regelgeving.
Met zo’n overwinning is straks de volksgezondheid van veel Europeanen gebaat.’ Net als Ankersmit begeleidt Sofia Larriera Santurio studenten, als clinical teaching fellow bij Fair Trials Clinic. ‘Ook wij behandelen internationale zaken die soms verstrekkende gevolgen hebben.’ Larriera Santurio komt net terug van een reis naar Turkije, waar ze met studenten een zaak volgt. ‘We monitoren wat er gezegd wordt en kijken als onafhankelijke derden of alles volgens de internationale wetgeving plaatsvindt.’ Het zijn veelal NGO’s die de ALCs weten te vinden. Vaak hebben deze organisaties zelf geen juristen in huis, of hebben ze aanvullende juridische bijstand nodig bij complexe zaken. Ook werken de ALCs nauw samen met strafrechttribunalen en vakbonden. Mede dankzij de gelden uit het Paul F. van der Heijden Fonds kunnen de Business & Human Rights Clinic en de Fair Work & Equality Law Clinic per semester zo’n drie projecten behandelen waaraan per project vier studenten deelnemen. ‘We leveren kwalitatief echt goed werk af’, zegt Larriera Santurio. ‘Dat horen we tijdens de vele feedbacksessies, maar we merken het ook, doordat we structureel samenwerken met maatschappelijke partners.’
Naast het opdoen van praktijkervaring volgen de deelnemers plenaire seminars en interactieve workshops. Hier leren ze onder meer interviewen, presenteren, juridisch schrijven en er wordt ingegaan op de juridische ethiek. ‘Ik vond de seminars ontzettend leerzaam’, zegt Vinera Martikjan. Ze verricht onderzoek voor een NGO waarbij de impact van de geglobaliseerde economie op mensenrechten centraal staat. ‘Zo maakte ik voor het eerst kennis met strategisch procederen. Hierbij kregen we de ruimte om het recht meer creatief in te zetten om tot een oplossing te komen, in plaats van dat we alles volgens het boekje deden. Gezien de theoretische inhoud van de studie stond ik voorheen niet stil bij dergelijke onderwerpen.’
Nila Shalizi stelde onlangs de datum voor haar afstuderen uit, omdat ze momenteel geen ruimte vindt om haar scriptie af te ronden. ‘Het is heel druk. Ik ben zeker volle twee dagen per week met de Law Clinic bezig. Maar ik zou het voor geen goud willen missen.’
De Amsterdam Law Practice, waar de ALCs onder vallen, is onlangs genomineerd voor De Nederlandse Hoger Onderwijspremie 2022: een erkenning voor vernieuwend onderwijs en daarmee ook bedoeld als belangrijk teken van waardering voor onderwijsteams die een topprestatie leveren. Op donderdag 12 mei 2022 wordt tijdens het jaarlijkse Comeniusfestival bekendgemaakt welk docententeam welke premie wint. Minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) reikt daar de premies uit.
Overweegt u ook om bij te dragen aan opmerkelijke wetenschap of onderwijs aan de Universiteit van Amsterdam? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Juliëtte Nieuwland via j.m.m.nieuwland@uva.nl of 06-28311768.