De UvA is weer open. Collegezalen zijn van het slot, in het CREA-café wordt soep geserveerd en in de kantoren in het Maagdenhuis staan de ramen op een kier. Ook de Amsterdamse Universiteits-Vereniging heeft haar fysieke activiteiten opgestart. Zo is op 6 november de AUV-dag wederom gevierd in de Aula en bieden veel Kringen inmiddels hun gebruikelijke programmering aan. In 2022 gaat de AUV vol inzetten op de Alumni Talks.
COVID-19 is niet verdwenen, maar we hebben de draad weer opgepakt. En in de stille, soms eenzame maanden van lockdowns die achter ons liggen, heeft de wereld niet stilgestaan. De UvA trok dit studiejaar meer studenten aan dan ooit tevoren. Voor het eerst staan meer dan 41.000 studenten ingeschreven; een groei van zo’n zes procent ten opzichte van het vorige studiejaar, voornamelijk door de komst van buitenlandse studenten.
Het leidt tot een hoge werkdruk bij medewerkers en een universiteit die bijna letterlijk uit haar voegen barst vanwege het ruimtegebrek op de campussen en de schaarste aan studentenkamers (zie In beweging).
Ook de rest van de wereld is aan het veranderen. Niet eerder stond klimaatverandering zo hoog op de agenda. De nieuwe hoogleraar Opera, Nicolas Till, vertelt in dit nummer hoe hij geïnspireerd raakte door het in vroege opera’s vaak verbeelde verhaal van Orpheus. Spelend op zijn lier kon de Griekse dichter dieren en bomen laten dansen op zijn muziek. Wat zegt deze menselijke poging om de natuur te beheersen over de huidige klimaatcrisis? Till die in Londen woont en sinds zijn benoeming voornamelijk online contact had met studenten en collega’s, kan binnenkort voor het eerst sinds lange tijd weer naar Amsterdam reizen – om een bijeenkomst van Extinction Rebellion bij te wonen (zie Gesprek).
Het was het afgelopen jaar tijd om eens goed naar SPUI magazine te kijken. Toen het zo’n twintig jaar geleden in het leven werd geroepen door Wim Koning, destijds de drijvende kracht achter het alumnibureau, stonden er nog geen 50.000 adressen in de database. Dit aantal was in december 2020, bij het laatste nummer, meer dan verdubbeld. Voor deze SPUI was zo’n 10.000 kilo papier nodig, dat naar 114.000 adressen in 56 landen op vijf continenten werd verzonden. Dat stelde ons voor de vraag of een papieren tijdschrift met zo’n enorme en snel groeiende oplage in deze tijd nog te verantwoorden is.
Hierbij treft u dan ook op uw scherm het eerste digitale nummer van SPUI aan, gemaakt door een team van UvA-medewerkers en -alumni: journalisten, schrijvers, tekenaars, redacteuren.
Deze nieuwe vorm heeft bovendien als voordeel dat er meer ruimte voor foto’s, illustraties en zelfs filmpjes is, terwijl de vertrouwde rubrieken behouden zijn. Graag horen we wat u van de nieuwe vorm van uw oude blad vindt, van de inhoud van de artikelen en foto’s en wat u verder aan het magazine opvalt. We zijn heel benieuwd naar alle reacties, zelfs over het lettertype. Laat het ons weten via SPUI@uva.nl.
Ten slotte willen we Albert Goutbeek bedanken voor zijn jarenlange, toegewijde inzet als hoofdredacteur van SPUI. Dit voorjaar nam hij afscheid van het alumnibureau, maar hij blijft verbonden aan de UvA. Wij wensen hem veel succes in zijn nieuwe functie.