GESPREK

Online alumni magazine september 2022
Online alumni magazine september 2022

GESPREK

Als wetenschappers en boeren samenwerken

tekst | Florentijn van Rootselaar
beeld | Ilsoo van Dijk

Als wetenschappers en boeren samenwerken

tekst | Florentijn van Rootselaar
beeld | Ilsoo van Dijk
Elly Morriën en Annemarie van Wezel bij Anna’s Tuin en Ruigte, waar ook wetenschappers experimenteren met duurzame voedselproductie.
leestijd: 8 min

Om de stikstofcrisis te bedwingen moeten de veestapels slinken, waardoor verschillende boeren moeten stoppen. Maar dat is niet het hele verhaal. We hebben de boeren nodig, zeggen Elly Morriën en Annemarie van Wezel, beiden als wetenschapper verbonden aan de UvA. Ze spreken met SPUI over hun onderzoek naar beter bodembeheer en de bescherming van de waterkwaliteit. Ook de consument kan een bijdrage leveren.

Elly Morriën: Het belang van een rijk bodemleven

Bodem-ecoloog Elly Morriën is universitair docent aan het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica aan de UvA. Ze onderzoekt hoe met beter bodembeheer koolstofdioxide in de bodem kan worden vastgelegd en ook hoe bodemkoolstof verhoogd kan worden.

Elly Morriën, uw onderzoek naar bodembeheer geeft inzicht in hoe ammoniakemissies, een verbinding van stikstof en waterstof, op boerderijen teruggedrongen kunnen worden. Waarom is dat nodig?
‘Ammoniak heeft zeer nadelige gevolgen voor de biodiversiteit. Daarom doe ik experimenten op twee boerderijen, in Wijdenes onder Enkhuizen. De boeren die de mest aanleveren, scheiden daar in de stal de vaste mest van de urine van de koeien, want juist door die combinatie krijg je die grote ammoniakemissies. Vervolgens rijden ze de vaste mest, waar stro in zit, uit over het land. Op deze manier breng je niet alleen de ammoniakemissies terug, de mest levert ook een bijdrage aan het land, want het stro breekt langzaam af. Dat leidt tot een diverse microbiële gemeenschap op de weilanden. Er komen meer soorten schimmels, er ontstaat een goede voedingsbodem voor gespecialiseerde bacteriën.’

Waarom is dat positief?
Morriën: ‘Een rijk microbieel leven helpt om schimmelinfecties van gewassen tegen te gaan. Het grote voordeel is dat je dan geen of minder fungiciden nodig hebt om die schimmels mee te bestrijden. Het is belangrijk om minder schimmelwerende middelen te gebruiken, want schimmels die resistent worden tegen die middelen zijn ook resistent tegen de antibiotica voor mensen.’

Zijn er meer voordelen?
Morriën: ‘Door een rijker bodemleven komen er meer wormen, die op hun beurt als voedsel dienen voor weidevogels. De wormen bewerken door hun bewegingen de bodemstructuur, de bodem bevat daardoor meer lucht, waardoor die meer water kan opnemen bij een flinke regenbui. De aanwezigheid van organisch materiaal zorgt ervoor dat het water minder snel verdampt, waardoor de bodem niet zo snel uitdroogt. Dat betekent dat je in de zomer minder hoeft te irrigeren. De losse structuur van de bodem bevordert ook dat planten dieper wortelen, waardoor je als boer minder afhankelijk bent van het water in de bovenste centimeters van de grond; als het droger wordt, kunnen die planten langer overleven zonder te sproeien.’

‘Regenwormen en aaltjes gaan kapot, schimmeldraden worden vernield’

Elly Morriën

Elly Morriën: Het belang van een rijk bodemleven

Bodem-ecoloog Elly Morriën is universitair docent aan het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica aan de UvA. Ze onderzoekt hoe met beter bodembeheer koolstofdioxide in de bodem kan worden vastgelegd en ook hoe bodemkoolstof verhoogd kan worden.

Elly Morriën, uw onderzoek naar bodembeheer geeft inzicht in hoe ammoniakemissies, een verbinding van stikstof en waterstof, op boerderijen teruggedrongen kunnen worden. Waarom is dat nodig?
‘Ammoniak heeft zeer nadelige gevolgen voor de biodiversiteit. Daarom doe ik experimenten op twee boerderijen, in Wijdenes onder Enkhuizen. De boeren die de mest aanleveren, scheiden daar in de stal de vaste mest van de urine van de koeien, want juist door die combinatie krijg je die grote ammoniakemissies. Vervolgens rijden ze de vaste mest, waar stro in zit, uit over het land. Op deze manier breng je niet alleen de ammoniakemissies terug, de mest levert ook een bijdrage aan het land, want het stro breekt langzaam af. Dat leidt tot een diverse microbiële gemeenschap op de weilanden. Er komen meer soorten schimmels, er ontstaat een goede voedingsbodem voor gespecialiseerde bacteriën.’

Waarom is dat positief?
Morriën: ‘Een rijk microbieel leven helpt om schimmelinfecties van gewassen tegen te gaan. Het grote voordeel is dat je dan geen of minder fungiciden nodig hebt om die schimmels mee te bestrijden. Het is belangrijk om minder schimmelwerende middelen te gebruiken, want schimmels die resistent worden tegen die middelen zijn ook resistent tegen de antibiotica voor mensen.’

Zijn er meer voordelen?
Morriën: ‘Door een rijker bodemleven komen er meer wormen, die op hun beurt als voedsel dienen voor weidevogels. De wormen bewerken door hun bewegingen de bodemstructuur, de bodem bevat daardoor meer lucht, waardoor die meer water kan opnemen bij een flinke regenbui. De aanwezigheid van organisch materiaal zorgt ervoor dat het water minder snel verdampt, waardoor de bodem niet zo snel uitdroogt. Dat betekent dat je in de zomer minder hoeft te irrigeren. De losse structuur van de bodem bevordert ook dat planten dieper wortelen, waardoor je als boer minder afhankelijk bent van het water in de bovenste centimeters van de grond; als het droger wordt, kunnen die planten langer overleven zonder te sproeien.’

‘Regenwormen en aaltjes gaan kapot, schimmeldraden worden vernield’

Elly Morriën

Dus binnenkort gaan alle boeren vaste mest over het land uitrijden?
Morriën: ‘Het is nu nog bij wet verboden om vaste mest bovengronds aan te wenden, maar het zou goed zijn als de wet wordt aangepast. Om mest te injecteren of op een andere manier de grond in te krijgen, wat nu verplicht is, wordt een laag van 25 tot 30 centimeter grond namelijk helemaal omgewoeld. Zo’n heftige bodembewerking vernietigt het bodemleven. Regenwormen en aaltjes gaan eraan, schimmeldraden worden vernield. En daar komt nog iets bij: door de aarde om te woelen, komt de CO2 vrij die erin is opgeslagen. Wij hebben een tijdelijke ontheffing voor ons onderzoek en alles lijkt erop te wijzen dat het uitrijden van mest veel voordelen heeft.’

We begonnen ons gesprek met het stikstofprobleem, maar nu blijkt één maatregel tegen stikstof veel meer milieuvoordelen te bieden.
Morriën: ‘Ja, die voordelen hangen met elkaar samen. Akkers en weiden kunnen, zoals we dat noemen, allerlei ecosysteemdiensten leveren. Dat is ook een uitgangspunt van SoilProS, een groot onderzoeksproject waaraan we nu beginnen en waar ik aan verbonden ben als hoofdonderzoeker namens de UvA. Daar zie ik erg naar uit. We beschikken over veel middelen, het project wordt gefinancierd door het ministerie van EZ.’

Wat gaat u onderzoeken?
We proberen nu te kijken hoe we onder meer koolstof kunnen vastleggen door landbouw. Wat is het belang van bijvoorbeeld verschillende worteldieptes om koolstof op verschillende lagen op te kunnen slaan? Maar ook: hoe kunnen we met microben plagen onderdrukken? Hoe kun je de aanwas van die microben stimuleren? Zijn er substraten die we kunnen gebruiken om het bodemleven te verbeteren? In dit project gaan we ook onderzoeken hoe dat bodemleven van akkers en weiden er nu precies uitziet. Vervolgens proberen we daar met behulp van kunstmatige intelligentie patronen in te ontdekken.’

Tot slot, kun je als consument ook een bijdrage leveren?
Morriën: ‘Ja. De grootste winst maak je door minder rundvlees en zuivel te eten. Koeien eten namelijk niet alleen gras maar ook veel krachtvoer, dat bestaat uit soja uit de tropen. Nederland is daarom een van de grootste ontbossers ter wereld. Probeer op keurmerken als bio en eco te letten; daarvoor wordt gebruik gemaakt van lokaal voer. Eet als het kan streekproducten. Dan is de productieketen kort en ken je het productieproces beter.’

Dus binnenkort gaan alle boeren vaste mest over het land uitrijden?
Morriën: ‘Het is nu nog bij wet verboden om vaste mest bovengronds aan te wenden, maar het zou goed zijn als de wet wordt aangepast. Om mest te injecteren of op een andere manier de grond in te krijgen, wat nu verplicht is, wordt een laag van 25 tot 30 centimeter grond namelijk helemaal omgewoeld. Zo’n heftige bodembewerking vernietigt het bodemleven. Regenwormen en aaltjes gaan eraan, schimmeldraden worden vernield. En daar komt nog iets bij: door de aarde om te woelen, komt de CO2 vrij die erin is opgeslagen. Wij hebben een tijdelijke ontheffing voor ons onderzoek en alles lijkt erop te wijzen dat het uitrijden van mest veel voordelen heeft.’

We begonnen ons gesprek met het stikstofprobleem, maar nu blijkt één maatregel tegen stikstof veel meer milieuvoordelen te bieden.
Morriën: ‘Ja, die voordelen hangen met elkaar samen. Akkers en weiden kunnen, zoals we dat noemen, allerlei ecosysteemdiensten leveren. Dat is ook een uitgangspunt van SoilProS, een groot onderzoeksproject waaraan we nu beginnen en waar ik aan verbonden ben als hoofdonderzoeker namens de UvA. Daar zie ik erg naar uit. We beschikken over veel middelen, het project wordt gefinancierd door het ministerie van EZ.’

Wat gaat u onderzoeken?
We proberen nu te kijken hoe we onder meer koolstof kunnen vastleggen door landbouw. Wat is het belang van bijvoorbeeld verschillende worteldieptes om koolstof op verschillende lagen op te kunnen slaan? Maar ook: hoe kunnen we met microben plagen onderdrukken? Hoe kun je de aanwas van die microben stimuleren? Zijn er substraten die we kunnen gebruiken om het bodemleven te verbeteren? In dit project gaan we ook onderzoeken hoe dat bodemleven van akkers en weiden er nu precies uitziet. Vervolgens proberen we daar met behulp van kunstmatige intelligentie patronen in te ontdekken.’

Tot slot, kun je als consument ook een bijdrage leveren?
Morriën: ‘Ja. De grootste winst maak je door minder rundvlees en zuivel te eten. Koeien eten namelijk niet alleen gras maar ook veel krachtvoer, dat bestaat uit soja uit de tropen. Nederland is daarom een van de grootste ontbossers ter wereld. Probeer op keurmerken als bio en eco te letten; daarvoor wordt gebruik gemaakt van lokaal voer. Eet als het kan streekproducten. Dan is de productieketen kort en ken je het productieproces beter.’

Annemarie van Wezel

Annemarie van Wezel: De waterkwaliteit moet snel verbeteren

Annemarie van Wezel is hoogleraar Environmental Ecology. Haar specialisme is waterkwaliteit. Het zal niet verbazen, zegt ze, dat het gebruik van pesticiden in land- en tuinbouw de waterkwaliteit aantast. Maar het zijn niet alleen de boeren die verantwoordelijk zijn voor de slechte waterkwaliteit.

Annemarie van Wezel, is het Nederlandse boerenbedrijf verantwoordelijk voor de waterkwaliteit in Nederland? 

Van Wezel: ‘In Nederland bungelen we wat waterkwaliteit betreft onderaan in Europa. Maar het zijn niet alleen de boeren die daarvoor hebben gezorgd. Ook de industriële lozingen en de Nederlandse huishoudens, wijzelf dus, dragen bij aan de vervuiling. Het probleem is dat we in een klein land erg veel doen: industrie, tuinbouw, landbouw, veeteelt en dan al die mensen die hier wonen en werken. Het zal niet verbazen dat het gebruik van pesticiden in land- en tuinbouw de waterkwaliteit aantast, we produceren ook veel in Nederland. Maar boeren werken hier per eenheid product bijzonder eco-efficiënt: of we nu mais verbouwen of vlees produceren, voor veel producten hebben we per kilo product een lage emissie van kwalijke stoffen.’

Wat zijn de gevolgen van slechte waterkwaliteit?
Van Wezel: ‘Schoon water is de basis voor industriële processen, voedselproductie en drinkwaterwinning. En uiteraard is schoon water heel belangrijk voor natuur en voor recreatie. Drinkwaterbedrijven die water winnen uit grondwater boren steeds dieper. Het ondiepe grondwater is vaak niet schoon genoeg. Maar dieper boren kan niet altijd, in het oosten van Nederland is het water bijvoorbeeld te brak. Je ziet nu bijvoorbeeld PFAS, een verzamelnaam voor een groep chemische stoffen, wijdverspreid in het oppervlaktewater maar ook in het grondwater. Er worden wel relaties gelegd tussen onder meer PFAS en allerlei opkomende ziekten zoals neurologische aandoeningen of verminderde afweer.’

Moeten we ons land minder intensief gebruiken?
Van Wezel: ‘Ja, maar dat betekent niet dat de boeren er maar mee moeten stoppen. De enorme eco-efficiëntie, ook van de boer, is een belangrijke reden waarom we de boeren in Nederland zouden willen behouden. Hun kennis en vaardigheden zijn indrukwekkend. Het zou jammer zijn als we die kennis niet meer kunnen uitdragen.’

‘De kennis en vaardigheden van boeren zijn indrukwekkend’

Annemarie van Wezel: De waterkwaliteit moet snel verbeteren

Annemarie van Wezel is hoogleraar Environmental Ecology. Haar specialisme is waterkwaliteit. Het zal niet verbazen, zegt ze, dat het gebruik van pesticiden in land- en tuinbouw de waterkwaliteit aantast. Maar het zijn niet alleen de boeren die verantwoordelijk zijn voor de slechte waterkwaliteit.

Annemarie van Wezel, is het Nederlandse boerenbedrijf verantwoordelijk voor de waterkwaliteit in Nederland? 

Van Wezel: ‘In Nederland bungelen we wat waterkwaliteit betreft onderaan in Europa. Maar het zijn niet alleen de boeren die daarvoor hebben gezorgd. Ook de industriële lozingen en de Nederlandse huishoudens, wijzelf dus, dragen bij aan de vervuiling. Het probleem is dat we in een klein land erg veel doen: industrie, tuinbouw, landbouw, veeteelt en dan al die mensen die hier wonen en werken. Het zal niet verbazen dat het gebruik van pesticiden in land- en tuinbouw de waterkwaliteit aantast, we produceren ook veel in Nederland. Maar boeren werken hier per eenheid product bijzonder eco-efficiënt: of we nu mais verbouwen of vlees produceren, voor veel producten hebben we per kilo product een lage emissie van kwalijke stoffen.’

Wat zijn de gevolgen van slechte waterkwaliteit?
Van Wezel: ‘Schoon water is de basis voor industriële processen, voedselproductie en drinkwaterwinning. En uiteraard is schoon water heel belangrijk voor natuur en voor recreatie. Drinkwaterbedrijven die water winnen uit grondwater boren steeds dieper. Het ondiepe grondwater is vaak niet schoon genoeg. Maar dieper boren kan niet altijd, in het oosten van Nederland is het water bijvoorbeeld te brak. Je ziet nu bijvoorbeeld PFAS, een verzamelnaam voor een groep chemische stoffen, wijdverspreid in het oppervlaktewater maar ook in het grondwater. Er worden wel relaties gelegd tussen onder meer PFAS en allerlei opkomende ziekten zoals neurologische aandoeningen of verminderde afweer.’

Moeten we ons land minder intensief gebruiken?
Van Wezel: ‘Ja, maar dat betekent niet dat de boeren er maar mee moeten stoppen. De enorme eco-efficiëntie, ook van de boer, is een belangrijke reden waarom we de boeren in Nederland zouden willen behouden. Hun kennis en vaardigheden zijn indrukwekkend. Het zou jammer zijn als we die kennis niet meer kunnen uitdragen.’

‘De kennis en vaardigheden van boeren zijn indrukwekkend’

Wat kan er op boerderijen gebeuren om de waterkwaliteit te verbeteren?
Van Wezel: ‘Het gebruik van pesticiden kan vaak vermeden worden. Zo kunnen boeren bijvoorbeeld mechanisch wieden om onkruid te bestrijden. Het is verder belangrijk om aan preventie van plagen te doen met zogenoemde weerbare teeltsystemen: hoe vroeger je erbij bent, hoe minder je bij een plaag hoeft te spuiten. Pesticiden kunnen daarnaast, wanneer nodig, vaak veel preciezer gespoten worden. Bij voorkeur gebruiken de boeren dan groenere bestrijdingsmiddelen in plaats van relatief giftige stoffen.’

Is er ook milieuwinst te behalen aan de productiekant van chemische stoffen?
‘Veel actieve stoffen die hier gebruikt worden in pesticiden worden in landen als China en India geproduceerd. Je zou steil achteroverslaan als je wist tot welke vernietiging van de natuur en gezondheidsschade van mensen die stoffen daar soms leiden. En reken er maar op dat de vervuiling in die landen, als gevolg van onze consumptiedrang, bij ons terugkomt. Dat gebeurt bijvoorbeeld als schimmels resistent worden en ook bij mensen niet meer te bestrijden zijn.’

Hoe kan de natuur in Nederland zich herstellen?
‘We hebben ooit Nederland heel netjes ingericht: dáár is een plek voor de natuur, dáár is landbouw, dáár wonen mensen.

Maar natuur kleurt niet binnen de lijntjes die wij hebben bedacht. En de natuur verandert, onder meer als gevolg van de opwarming van de aarde. Zo ontstaat er verrassend genoeg een enorme soortenrijkdom in steden. We kunnen onderzoeken hoe niet alleen een bos, maar ook landbouwgebied kan bijdragen aan de opslag van koolstofdioxide. Daarmee kunnen boeren een waardevolle bijdrage leveren aan het tegengaan van verdere opwarming. Het is vooral de waterkwaliteit die nu snel moet verbeteren. Als dat niet gebeurt, kunnen we straks met beperkingen te maken krijgen zoals we nu zien bij de stikstofcrisis. Een verandering in zowel de industrie en landbouw als in onze eigen levensstijl is onvermijdelijk.’

Tot slot, kun je als consument ook een bijdrage leveren?
‘Minder consumeren is het beste dat je kunt doen, en daarnaast zoveel mogelijk hergebruiken. Wat betreft stikstof is het goed om minder dierlijk eiwit te eten en veel lokaal en seizoensgebonden producten te kopen. Wat betreft vervuiling door chemische stoffen en waterkwaliteit, helpt het je goed te informeren over welke chemicaliën er in producten zitten, bijvoorbeeld via websites als watzitwaarin.nl. Verder is de afvalfase heel bepalend, dus zorg ervoor dat je afval goed wordt ingezameld en verwerkt, en dat je het niet laat rondslingeren.’

Wat kan er op boerderijen gebeuren om de waterkwaliteit te verbeteren?
Van Wezel: ‘Het gebruik van pesticiden kan vaak vermeden worden. Zo kunnen boeren bijvoorbeeld mechanisch wieden om onkruid te bestrijden. Het is verder belangrijk om aan preventie van plagen te doen met zogenoemde weerbare teeltsystemen: hoe vroeger je erbij bent, hoe minder je bij een plaag hoeft te spuiten. Pesticiden kunnen daarnaast, wanneer nodig, vaak veel preciezer gespoten worden. Bij voorkeur gebruiken de boeren dan groenere bestrijdingsmiddelen in plaats van relatief giftige stoffen.’

Is er ook milieuwinst te behalen aan de productiekant van chemische stoffen?
‘Veel actieve stoffen die hier gebruikt worden in pesticiden worden in landen als China en India geproduceerd. Je zou steil achteroverslaan als je wist tot welke vernietiging van de natuur en gezondheidsschade van mensen die stoffen daar soms leiden. En reken er maar op dat de vervuiling in die landen, als gevolg van onze consumptiedrang, bij ons terugkomt. Dat gebeurt bijvoorbeeld als schimmels resistent worden en ook bij mensen niet meer te bestrijden zijn.’

Hoe kan de natuur in Nederland zich herstellen?
‘We hebben ooit Nederland heel netjes ingericht: dáár is een plek voor de natuur, dáár is landbouw, dáár wonen mensen.

Maar natuur kleurt niet binnen de lijntjes die wij hebben bedacht. En de natuur verandert, onder meer als gevolg van de opwarming van de aarde. Zo ontstaat er verrassend genoeg een enorme soortenrijkdom in steden. We kunnen onderzoeken hoe niet alleen een bos, maar ook landbouwgebied kan bijdragen aan de opslag van koolstofdioxide. Daarmee kunnen boeren een waardevolle bijdrage leveren aan het tegengaan van verdere opwarming. Het is vooral de waterkwaliteit die nu snel moet verbeteren. Als dat niet gebeurt, kunnen we straks met beperkingen te maken krijgen zoals we nu zien bij de stikstofcrisis. Een verandering in zowel de industrie en landbouw als in onze eigen levensstijl is onvermijdelijk.’

Tot slot, kun je als consument ook een bijdrage leveren?
‘Minder consumeren is het beste dat je kunt doen, en daarnaast zoveel mogelijk hergebruiken. Wat betreft stikstof is het goed om minder dierlijk eiwit te eten en veel lokaal en seizoensgebonden producten te kopen. Wat betreft vervuiling door chemische stoffen en waterkwaliteit, helpt het je goed te informeren over welke chemicaliën er in producten zitten, bijvoorbeeld via websites als watzitwaarin.nl. Verder is de afvalfase heel bepalend, dus zorg ervoor dat je afval goed wordt ingezameld en verwerkt, en dat je het niet laat rondslingeren.’

Elly Morriën  – 1981

1999-2005 Studie Ecologie, Vrije Universiteit Amsterdam
2011 Promotie Wageningen University, op ondergrondse interacties van areaal-uitbreidende plantensoorten
2005-2015 onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)
2015-heden verbonden aan Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica, UvA, sinds 2019 als universitair docent

Annemarie van Wezel – 1968

1995 Promoveert na een studie Biologie (Universiteit Utrecht) aan diezelfde universiteit op de milieu-effecten van chemische stoffen
1994-2018 Werkzaam bij diverse onderzoeksinstituten (RWS, RIVM, PBL, KWR) en vanaf 2013 bijzonder hoogleraar UU
2019-heden Hoogleraar Environmental Ecology, UvA en directeur van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED), UvA. Diverse nevenfuncties, onder meer lid van het College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden en van de Gezondheidsraad.

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

Twitter

LinkedIn

WhatsApp