Magazine Online Alumni magazine | september 2022
Al jong zelfstandig geworden in de stad, liefhebber van salsa en hiphop en nu bijzonder hoogleraar aan de UvA: de handen van politiek filosoof en antropoloog Femke Kaulingfreks jeuken om haar kennis uit stad en maatschappij in te brengen in de academische wereld en die van gemeentelijke bestuurders. Met haar studenten sociale geografie gaat ze straks de straat op: ‘Ik wil ze meenemen naar plekken waar je als student misschien niet zo vaak komt. Een buurthuis, bijvoorbeeld, of een sociale onderneming, een plek waar ze het sociale weefsel van de stad van binnenuit kunnen leren kennen.’
Halverwege het gesprek staat opeens een dame naast ons tafeltje. ‘Mag ik vragen waar jullie van zijn? Ik hoorde jullie praten over hoe het nu gaat in Noord en daar wil ik wel wat over vertellen.’ Dergelijke spontane ontmoetingen zijn precies de reden dat Femke Kaulingfreks graag afspreekt in normale – lees: betaalbare – koffietentjes. In Amsterdam-Noord, waar Kaulingfreks woont met man en kind, is de laatste jaren veel nieuwbouw gekomen. Stijlvolle gebouwen vol fraaie appartementen, dat zeker, maar het oude buurtgevoel is weg, vertelt Natasja (41). Ze is moeder van twee en geboren en getogen in de Banne, een wijk met een gloednieuw winkelcentrum. Maar de kickboksclub, die een belangrijke buurtfunctie had? Verdwenen. Het Chinese restaurant, waar vroeger mensen als Louis van Gaal gemoedelijk zaten te kletsen met de bouwvakkers uit de buurt? Weg. Ook voor jongeren is er nu niets meer. Ja, ze hebben een uurtje per week in het buurthuis, waar ze tussen de oude mensen zitten – dat werkt niet. En de hippe lunchtentjes die overal opduiken, zijn te duur. Natasja: ‘Vind je het gek dat ze op straat hangen en rottigheid uithalen? Hun ouders zijn hard aan het werk om de huur van 1200 euro per maand op te hoesten.’
Kaulingfreks herkent het verhaal van Natasja uit haar eigen leven, maar meer nog uit de vele gesprekken die ze heeft gevoerd met jongeren die hun tijd op straat doorbrengen, in zowel Parijs als Utrecht. Daar deed ze promotieonderzoek naar de politieke betekenis van rellen en openbare ordeverstoringen door jongeren met een migratieachtergrond. Het is dat wijkgerichte, etnografische onderzoek dat haar veel inzicht heeft gegeven in hun belevingswereld, kennis over alledaagse ervaringen met grote maatschappelijke onderwerpen die ze graag inbrengt in de academische wereld. ‘Ooit zei een gemeenteambtenaar – niet uit Amsterdam, hoor – tegen me: “Hoe kun je nu met jongeren praten over wat politiek is, als zij niet eens met hun handen van andermans spullen kunnen afblijven?” Dat vind ik een fundamenteel verkeerde veronderstelling. Dat mensen crimineel gedrag vertonen of in complottheorieën geloven, betekent nog niet dat ze niet kunnen nadenken, dat ze in het algemeen dom zijn. Ook hun ervaringen en inzichten moet je serieus nemen. Juist bij hen moeten we proberen te achterhalen wat ze denken en voelen.’
‘Dat mensen crimineel gedrag vertonen, betekent niet dat ze dom zijn’
Halverwege het gesprek staat opeens een dame naast ons tafeltje. ‘Mag ik vragen waar jullie van zijn? Ik hoorde jullie praten over hoe het nu gaat in Noord en daar wil ik wel wat over vertellen.’ Dergelijke spontane ontmoetingen zijn precies de reden dat Femke Kaulingfreks graag afspreekt in normale – lees: betaalbare – koffietentjes. In Amsterdam-Noord, waar Kaulingfreks woont met man en kind, is de laatste jaren veel nieuwbouw gekomen. Stijlvolle gebouwen vol fraaie appartementen, dat zeker, maar het oude buurtgevoel is weg, vertelt Natasja (41). Ze is moeder van twee en geboren en getogen in de Banne, een wijk met een gloednieuw winkelcentrum. Maar de kickboksclub, die een belangrijke buurtfunctie had? Verdwenen. Het Chinese restaurant, waar vroeger mensen als Louis van Gaal gemoedelijk zaten te kletsen met de bouwvakkers uit de buurt? Weg. Ook voor jongeren is er nu niets meer. Ja, ze hebben een uurtje per week in het buurthuis, waar ze tussen de oude mensen zitten – dat werkt niet. En de hippe lunchtentjes die overal opduiken, zijn te duur. Natasja: ‘Vind je het gek dat ze op straat hangen en rottigheid uithalen? Hun ouders zijn hard aan het werk om de huur van 1200 euro per maand op te hoesten.’
Kaulingfreks herkent het verhaal van Natasja uit haar eigen leven, maar meer nog uit de vele gesprekken die ze heeft gevoerd met jongeren die hun tijd op straat doorbrengen, in zowel Parijs als Utrecht. Daar deed ze promotieonderzoek naar de politieke betekenis van rellen en openbare ordeverstoringen door jongeren met een migratieachtergrond. Het is dat wijkgerichte, etnografische onderzoek dat haar veel inzicht heeft gegeven in hun belevingswereld, kennis over alledaagse ervaringen met grote maatschappelijke onderwerpen die ze graag inbrengt in de academische wereld. ‘Ooit zei een gemeenteambtenaar – niet uit Amsterdam, hoor – tegen me: “Hoe kun je nu met jongeren praten over wat politiek is, als zij niet eens met hun handen van andermans spullen kunnen afblijven?” Dat vind ik een fundamenteel verkeerde veronderstelling. Dat mensen crimineel gedrag vertonen of in complottheorieën geloven, betekent nog niet dat ze niet kunnen nadenken, dat ze in het algemeen dom zijn. Ook hun ervaringen en inzichten moet je serieus nemen. Juist bij hen moeten we proberen te achterhalen wat ze denken en voelen.’
‘Dat mensen crimineel gedrag vertonen, betekent niet dat ze dom zijn’
In Parijs en Utrecht ging Kaulingfreks met jongeren in gesprek over concepten die voor hen belangrijk waren. ‘Dan vroeg ik bijvoorbeeld: welke woorden zijn voor jou belangrijk om het leven in deze wijk te beschrijven? Dan zeiden ze allemaal: familie, iets over diversiteit en iets over gezelligheid. Dan kwam de vervolgvraag: wat betekent familie voor jou? Via zulke socratische gesprekken kwamen we erachter wat voor hen belangrijk is, hoe ze naar de wereld kijken en wat beleidsmakers daarvan kunnen leren. Aan die ervaringskennis ontbreekt het vaak, in de wetenschap, maar ook in gemeentehuizen.’
Een mooi voorbeeld van die aanpak vindt ze het boek Strangers In Their Own Land: Anger And Mourning On The American Right (2016) van Arlie Russell Hochschild, een Amerikaanse hoogleraar uit het Californische Berkeley.
Na de verkiezing van Donald Trump, een grote schok in het progressieve Berkeley, ging zij op zoek naar de mensen die op hem hadden gestemd. Ze trok daarvoor naar Louisiana en spendeerde maanden aan interviews en gesprekken met de lokale Republikeinen, van wie ze treffende, multidimensionale portretten schreef. Haar conclusie: ‘We have to climb the empathy wall’ – we moeten elkaar vooral leren begrijpen. Kaulingfreks: ‘In Nederland heb ik bewondering voor Sinan Çankaya, die in zijn boek Mijn ontelbare identiteiten mooi uitlegt waarom we mensen niet moeten reduceren tot één identiteitscategorie. Ik beschouw de stad als sociaal weefsel, waarin plek is voor iedereen. Dan moeten we ook in het beleid oog hebben voor iedereen.’
‘Aan ervaringskennis ontbreekt het vaak, in de wetenschap, maar ook in gemeentehuizen’
In februari van dit jaar is Kaulingfreks voor vijf jaar benoemd op de Wibautleerstoel, die is ingesteld voor onderzoek naar grootstedelijke vraagstukken. Haar voorganger Zef Hemel trad in 2013 aan in de tijd van Amsterdampromotie. Investeringen in toerisme, alle ruimte voor hotels, de Zuidas als nieuw centrum; Amsterdam moest een wereldstad van allure worden. Dat is ten dele gelukt, constateert Kaulingfreks, gezien de vele internationale hoofdkantoren die zich hier hebben gevestigd. De sociale effecten van dat beleid werden echter veronachtzaamd. ‘Over dat perspectief is toen niet nagedacht. De stad is meer dan prestigeprojecten. De stad is ook al die bewoners, die hier soms al generaties zitten en soms nieuwkomers zijn. Die misschien weinig geld hebben, maar wel de stad dragen, omdat ze de vuilnisman zijn of de kleuterjuf. En die hier nu niet meer kunnen wonen, waardoor we een probleem hebben met het onderwijs. Als je alleen maar nadenkt over de top van de sociale ladder, dan valt de draagkracht van het sociale weefsel op een gegeven moment weg. Nu is de coalitie gelukkig bereid meer te investeren in die basis, alleen moeten ze nog weten hoe. Daar hebben ze nieuwe inzichten voor nodig, waar ik graag bij wil helpen.’
Dat is geen geringe opgave, beseft Kaulingfreks. De stad is een ecologisch systeem, een samenleving met veel verschillende facetten. Bestaanszekerheid is belangrijk, dus de prijs van sociale huur moet omlaag, net als de energieprijzen. Tegelijk moet worden geïnvesteerd in sociale voorzieningen, in buurthuizen bijvoorbeeld, en in het eigen initiatief van bewoners en van sociale ondernemers. ‘Dan gaat het niet alleen over geld, maar ook over begeleide banen voor jongeren. Wil je een bewonersinitiatief goed faciliteren, dan moet je durven investeren, met financiële steun en met kennis van institutionele processen. Het moet een samenhangende aanpak zijn. Zo werkt het in het leven van een bewoner ook: een mensenleven kun je niet netjes opdelen in domeinen, dat zou je met beleid dus ook niet moeten doen. Je hebt een horizontale connectie nodig met de bewoners en een functionerende verticale connectie met alle betrokken lagen van de gemeentelijke organisatie. Dat ligt moeilijk.’
In Parijs en Utrecht ging Kaulingfreks met jongeren in gesprek over concepten die voor hen belangrijk waren. ‘Dan vroeg ik bijvoorbeeld: welke woorden zijn voor jou belangrijk om het leven in deze wijk te beschrijven? Dan zeiden ze allemaal: familie, iets over diversiteit en iets over gezelligheid. Dan kwam de vervolgvraag: wat betekent familie voor jou? Via zulke socratische gesprekken kwamen we erachter wat voor hen belangrijk is, hoe ze naar de wereld kijken en wat beleidsmakers daarvan kunnen leren. Aan die ervaringskennis ontbreekt het vaak, in de wetenschap, maar ook in gemeentehuizen.’
Een mooi voorbeeld van die aanpak vindt ze het boek Strangers In Their Own Land: Anger And Mourning On The American Right (2016) van Arlie Russell Hochschild, een Amerikaanse hoogleraar uit het Californische Berkeley. Na de verkiezing van Donald Trump, een grote schok in het progressieve Berkeley, ging zij op zoek naar de mensen die op hem hadden gestemd. Ze trok daarvoor naar Louisiana en spendeerde maanden aan interviews en gesprekken met de lokale Republikeinen, van wie ze treffende, multidimensionale portretten schreef. Haar conclusie: ‘We have to climb the empathy wall’ – we moeten elkaar vooral leren begrijpen. Kaulingfreks: ‘In Nederland heb ik bewondering voor Sinan Çankaya, die in zijn boek Mijn ontelbare identiteiten mooi uitlegt waarom we mensen niet moeten reduceren tot één identiteitscategorie. Ik beschouw de stad als sociaal weefsel, waarin plek is voor iedereen. Dan moeten we ook in het beleid oog hebben voor iedereen.’
In februari van dit jaar is Kaulingfreks voor vijf jaar benoemd op de Wibautleerstoel, die is ingesteld voor onderzoek naar grootstedelijke vraagstukken. Haar voorganger Zef Hemel trad in 2013 aan in de tijd van Amsterdampromotie. Investeringen in toerisme, alle ruimte voor hotels, de Zuidas als nieuw centrum; Amsterdam moest een wereldstad van allure worden. Dat is ten dele gelukt, constateert Kaulingfreks, gezien de vele internationale hoofdkantoren die zich hier hebben gevestigd. De sociale effecten van dat beleid werden echter veronachtzaamd. ‘Over dat perspectief is toen niet nagedacht. De stad is meer dan prestigeprojecten. De stad is ook al die bewoners, die hier soms al generaties zitten en soms nieuwkomers zijn. Die misschien weinig geld hebben, maar wel de stad dragen, omdat ze de vuilnisman zijn of de kleuterjuf. En die hier nu niet meer kunnen wonen, waardoor we een probleem hebben met het onderwijs. Als je alleen maar nadenkt over de top van de sociale ladder, dan valt de draagkracht van het sociale weefsel op een gegeven moment weg. Nu is de coalitie gelukkig bereid meer te investeren in die basis, alleen moeten ze nog weten hoe. Daar hebben ze nieuwe inzichten voor nodig, waar ik graag bij wil helpen.’
Dat is geen geringe opgave, beseft Kaulingfreks. De stad is een ecologisch systeem, een samenleving met veel verschillende facetten. Bestaanszekerheid is belangrijk, dus de prijs van sociale huur moet omlaag, net als de energieprijzen. Tegelijk moet worden geïnvesteerd in sociale voorzieningen, in buurthuizen bijvoorbeeld, en in het eigen initiatief van bewoners en van sociale ondernemers. ‘Dan gaat het niet alleen over geld, maar ook over begeleide banen voor jongeren. Wil je een bewonersinitiatief goed faciliteren, dan moet je durven investeren, met financiële steun en met kennis van institutionele processen. Het moet een samenhangende aanpak zijn. Zo werkt het in het leven van een bewoner ook: een mensenleven kun je niet netjes opdelen in domeinen, dat zou je met beleid dus ook niet moeten doen. Je hebt een horizontale connectie nodig met de bewoners en een functionerende verticale connectie met alle betrokken lagen van de gemeentelijke organisatie. Dat ligt moeilijk.’
‘Aan ervaringskennis ontbreekt het vaak, in de wetenschap, maar ook in gemeentehuizen’
Een bijkomend probleem is dat veel uitvoerende professionals, de mensen die goed weten wat nodig is in de stad, weinig ruimte krijgen. Ze voeren uit, maar zitten niet aan de tafel waar de beslissingen worden genomen, al hebben zij veel expertise. Kaulingfreks sprak ooit een aantal begeleiders die een zomerschool hadden georganiseerd voor jongeren. Wat zij eigenlijk nodig hadden, was een vrij budget om boodschappen voor die jongens te kunnen doen, want ze zagen veel armoede en honger. Af en toe wilden zij een tas met boodschappen kunnen meegeven, maar zoiets valt niet makkelijk te verantwoorden. En het hoeft ook niet elke week, dus hoe leg je dat uit? Kaulingfreks: ‘Met zo’n vrij budget lukt het die begeleiders vaak veel sneller een vertrouwensband op te bouwen, waardoor het ook makkelijker lukt die jongens bij de reclassering te krijgen of weer naar school te laten gaan. Het lijkt een risicovolle investering, maar de maatschappelijke winst is groot.’
Vanaf de Wibautleerstoel wil ze als eerste onderzoek gaan doen naar praktijken van solidariteit in de stad. ‘Uit verhalen van mensen als Natasja hoor je veel veranderingen die leiden tot ongelijkheid en ellende. Toch ben ik hoopvol, dus ik ga op zoek naar plekken van sociale cohesie, naar mensen die bezig zijn de boel bij elkaar te brengen. Want daar zijn er natuurlijk heel veel van, van de ouderwetse voetbalkantine tot de buurtgarage die functioneert als hang- en koffieplek.
Ik wil laten zien waarom dat werkt. Wat doen die mensen precies, wat zijn de werkende factoren? Wat hebben zij nodig om hun werk te kunnen blijven doen? En hoe kan een overheid zulke praktijken faciliteren zonder alles in kaders te verstikken?’
Ze is bepaald niet van plan dat vanuit de ivoren toren der wetenschap te doen. De studenten sociale geografie die bij haar een vak willen volgen, zullen geen les krijgen op de universiteit. ‘Ik heb altijd graag de link gelegd tussen wetenschap en praktijk. Tijdens mijn studie Filosofie gebruikte ik bijvoorbeeld een songtekst van The Black Eyed Peas over protest en ongelijkheid als uitgangspunt voor een paper. Daarom zal ik straks met mijn studenten de stad in gaan: ik wil ze meenemen naar plekken waar je als student misschien niet zo vaak komt, zeker als je niet bent opgegroeid in Amsterdam. Een buurthuis, bijvoorbeeld, of een sociale onderneming, een plek waar ze het sociale weefsel van de stad van binnenuit kunnen leren kennen. Daar kunnen ze oefenen met verschillende methodes van onderzoek, waarbij ze veel kennis opdoen over wat er echt in de stad gaande is. En met die ervaringen, met die analyses, kunnen wij de beleidsmakers voeden. Het voelt als een enorm privilege dat ik van de universiteit de vrijheid krijg om hiermee aan de slag te gaan.’
De Wibautleerstoel werd in 1991 door de gemeente Amsterdam ingesteld aan de UvA om onderzoek te stimuleren naar grootstedelijke problematiek, in het bijzonder in Amsterdam. De aanstelling is voor twee dagen in de week. Eerder zaten op de Wibautleerstoel sociaal-geograaf Willem Heinemeijer (1992-1993), econoom Annemieke Roobeek (1994-1996), natuurkundige en politicus Jan Terlouw (1997-2000), schrijver Geert Mak (2000-2003), publicist Paul Scheffer (2003-2011) en planoloog Zef Hemel (2011-2023).
Een bijkomend probleem is dat veel uitvoerende professionals, de mensen die goed weten wat nodig is in de stad, weinig ruimte krijgen. Ze voeren uit, maar zitten niet aan de tafel waar de beslissingen worden genomen, al hebben zij veel expertise. Kaulingfreks sprak ooit een aantal begeleiders die een zomerschool hadden georganiseerd voor jongeren. Wat zij eigenlijk nodig hadden, was een vrij budget om boodschappen voor die jongens te kunnen doen, want ze zagen veel armoede en honger. Af en toe wilden zij een tas met boodschappen kunnen meegeven, maar zoiets valt niet makkelijk te verantwoorden. En het hoeft ook niet elke week, dus hoe leg je dat uit? Kaulingfreks: ‘Met zo’n vrij budget lukt het die begeleiders vaak veel sneller een vertrouwensband op te bouwen, waardoor het ook makkelijker lukt die jongens bij de reclassering te krijgen of weer naar school te laten gaan. Het lijkt een risicovolle investering, maar de maatschappelijke winst is groot.’
Vanaf de Wibautleerstoel wil ze als eerste onderzoek gaan doen naar praktijken van solidariteit in de stad. ‘Uit verhalen van mensen als Natasja hoor je veel veranderingen die leiden tot ongelijkheid en ellende. Toch ben ik hoopvol, dus ik ga op zoek naar plekken van sociale cohesie, naar mensen die bezig zijn de boel bij elkaar te brengen. Want daar zijn er natuurlijk heel veel van, van de ouderwetse voetbalkantine tot de buurtgarage die functioneert als hang- en koffieplek. Ik wil laten zien waarom dat werkt. Wat doen die mensen precies, wat zijn de werkende factoren? Wat hebben zij nodig om hun werk te kunnen blijven doen? En hoe kan een overheid zulke praktijken faciliteren zonder alles in kaders te verstikken?’
Ze is bepaald niet van plan dat vanuit de ivoren toren der wetenschap te doen. De studenten sociale geografie die bij haar een vak willen volgen, zullen geen les krijgen op de universiteit. ‘Ik heb altijd graag de link gelegd tussen wetenschap en praktijk. Tijdens mijn studie Filosofie gebruikte ik bijvoorbeeld een songtekst van The Black Eyed Peas over protest en ongelijkheid als uitgangspunt voor een paper. Daarom zal ik straks met mijn studenten de stad in gaan: ik wil ze meenemen naar plekken waar je als student misschien niet zo vaak komt, zeker als je niet bent opgegroeid in Amsterdam. Een buurthuis, bijvoorbeeld, of een sociale onderneming, een plek waar ze het sociale weefsel van de stad van binnenuit kunnen leren kennen. Daar kunnen ze oefenen met verschillende methodes van onderzoek, waarbij ze veel kennis opdoen over wat er echt in de stad gaande is. En met die ervaringen, met die analyses, kunnen wij de beleidsmakers voeden. Het voelt als een enorm privilege dat ik van de universiteit de vrijheid krijg om hiermee aan de slag te gaan.’
De Wibautleerstoel werd in 1991 door de gemeente Amsterdam ingesteld aan de UvA om onderzoek te stimuleren naar grootstedelijke problematiek, in het bijzonder in Amsterdam. De aanstelling is voor twee dagen in de week. Eerder zaten op de Wibautleerstoel sociaal-geograaf Willem Heinemeijer (1992-1993), econoom Annemieke Roobeek (1994-1996), natuurkundige en politicus Jan Terlouw (1997-2000), schrijver Geert Mak (2000-2003), publicist Paul Scheffer (2003-2011) en planoloog Zef Hemel (2011-2023).
Lucas Winnips (48), Filosofie 2002, woordvoerder Extinction Rebellion, adviseur Gemeente Amsterdam
Door klimaatverandering krijgen we te maken met toenemende weersextremen en andere gevolgen die de draagkracht van Amsterdam op de proef gaan stellen. Daarbij is het zelfs niet ondenkbaar dat Amsterdam verdwijnt. Wat er nodig is, is een burgeropstand tegen de Nederlandse staat om te eisen dat de CO₂-uitstoot radicaal naar beneden gaat. Dat kan makkelijk. Het mooie is dat zo’n opstand een verbindende kracht heeft. Samen strijden voor een betere wereld geeft troost en moed. Ik zie dat bijvoorbeeld gebeuren op de A12 in Den Haag bij de demonstraties van Extinction Rebellion tegen fossiele subsidies.
Alexander Bulten (26), Cultuurwetenschappen 2022, werkzaam bij PACT Utrecht, Red Light Arts and Culture & Boomerang Agency
In deze tijd van hevige polarisatie gaat een belangrijk menselijk aspect verloren: communicatie. De gesprekken die nodig zijn om dichter bij elkaar en dichter bij een leefbare stad voor iedereen te komen, worden vaak uit de weg gegaan. Dat gebeurt uit angst, frustratie en doordat iedereen in een eigen bubbel leeft. Wat nodig is zijn open gesprekken waarin we niet alleen onze eigen wensen en verschillen blijven verkondigen, maar naar elkaars wensen luisteren en daarin overeenkomsten proberen te vinden. In de verschillen sluiten we dan compromissen. Zo zetten we weer een stap richting een stad voor iedereen.
Alexander Bulten (26), Cultuurwetenschappen 2022, werkzaam bij PACT Utrecht, Red Light Arts and Culture & Boomerang Agency
In deze tijd van hevige polarisatie gaat een belangrijk menselijk aspect verloren: communicatie. De gesprekken die nodig zijn om dichter bij elkaar en dichter bij een leefbare stad voor iedereen te komen, worden vaak uit de weg gegaan. Dat gebeurt uit angst, frustratie en doordat iedereen in een eigen bubbel leeft. Wat nodig is zijn open gesprekken waarin we niet alleen onze eigen wensen en verschillen blijven verkondigen, maar naar elkaars wensen luisteren en daarin overeenkomsten proberen te vinden. In de verschillen sluiten we dan compromissen. Zo zetten we weer een stap richting een stad voor iedereen.
Micky Chen (31), Information Systems 2014, ondernemer en medeoprichter studenten freelance platform voor anoniem solliciteren Minite.works
Praktijkgericht onderwijs is enorm waardevol. Om Amsterdam nog sterker en veerkrachtiger te maken, ligt er voor ons de taak om studenten beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt en hen meer aansluiting te laten vinden met de maatschappij. Dat kan door een nauwere samenwerking tussen studenten en onderwijsinstellingen enerzijds, en de arbeidsmarkt anderzijds. Hier spelen we al geruime tijd op in met ons platform Minite.works. We zien dat studenten enorm baat hebben bij studie-gerelateerd werk, en dat ze daarmee vele malen beter voorbereid zijn op de snel bewegende arbeidsmarkt. Zo kunnen studenten waardevolle praktijkervaring opdoen en hun vaardigheden en kennis effectief inzetten, wat uiteindelijk zal bijdragen aan een sterkere toekomst voor de stad Amsterdam.
2006 Master Politieke filosofie Universiteit van Amsterdam
2013 Promotie Universiteit voor Humanistiek op de politieke betekenis van rellen en openbare ordeverstoringen door jongeren met een migratieachtergrond
2013-2014 Onderzoeker Lectoraat burgerschap en diversiteit Haagse Hogeschool
2015 Visiting Researcher University of California in Berkeley
2015 Publicatie Uncivil Engagement and Unruly Politics: Disruptive Interventions of Urban Youth
2015-2017 Postdoctoraal onderzoeker Radboud Universiteit Nijmegen
2017 Publicatie Straatpolitiek, op zoek naar nieuw engagement
2017-2018 Universitair docent pedagogiek Universiteit Utrecht
2018-nu Lector jeugd en samenleving Hogeschool Inholland, Amsterdam
2022 Publicatie Speelruimte voor identiteit: Samenwerken aan veerkrachtige identiteitsvorming van jongeren, geschreven met pedagoog Stijn Sieckelinck
2023 Benoemd op de Wibautleerstoel aan de UvA
2006 Master Politieke filosofie Universiteit van Amsterdam
2013 Promotie Universiteit voor Humanistiek op de politieke betekenis van rellen en openbare ordeverstoringen door jongeren met een migratieachtergrond
2013-2014 Onderzoeker Lectoraat burgerschap en diversiteit Haagse Hogeschool
2015 Visiting Researcher University of California in Berkeley
2015 Publicatie Uncivil Engagement and Unruly Politics: Disruptive Interventions of Urban Youth
2015-2017 Postdoctoraal onderzoeker Radboud Universiteit Nijmegen
2017 Publicatie Straatpolitiek, op zoek naar nieuw engagement
2017-2018 Universitair docent pedagogiek Universiteit Utrecht
2018-nu Lector jeugd en samenleving Hogeschool Inholland, Amsterdam
2022 Publicatie Speelruimte voor identiteit: Samenwerken aan veerkrachtige identiteitsvorming van jongeren, geschreven met pedagoog Stijn Sieckelinck
2023 Benoemd op de Wibautleerstoel aan de UvA