Er is steeds meer aandacht voor het koloniale verleden van Nederland en hoe dat doorwerkt in de samenleving van nu. Ook aan de UvA spelen vragen over hoe we moeten omgaan met onze geschiedenis. Daarbij herdenken we dit jaar dat 150 jaar geleden de slavernij afgeschaft werd. Lees hier een greep uit de onderzoeken en initiatieven aan de UvA over het koloniale verleden en de slavernij.
De UvA laat haar eigen betrokkenheid bij het Nederlandse koloniale en slavernijverleden door een externe partij onderzoeken. Machiel Keestra, central diversity officer aan de UvA, was initiatiefnemer van het onderzoek.
Keestra: ‘De geschiedenis van de UvA gaat helemaal terug naar het koloniale verleden en de slaverijgeschiedenis van Nederland en Amsterdam. Dat kan op veel manieren effect gehad hebben op onze instelling. Denk bijvoorbeeld aan de collecties die de UvA beheert, maar ook aan de oorsprong van bepaalde financiën en gebouwen en de inhoud of methodes van onderzoekslijnen. Daarnaast zijn allerlei wetenschappelijke disciplines gevormd tijdens het koloniale verleden.
Het gesprek over deze erfenis is pas kortgeleden echt op gang gekomen. Toen er steeds meer aandacht kwam voor het koloniale verleden van Nederland, ontstond ook de wens om het verleden van de UvA te onderzoeken.
Keestra pitchte zijn idee voor een onderzoek bij het College van Bestuur, dat al snel haar enthousiasme uitsprak. Het college koos ervoor het onderzoek uit te besteden aan een externe partij. Hierover is nog geen beslissing genomen.
Zelfonderzoek
Keestra heeft een duidelijk doel voor ogen met het onderzoek. ‘Het gaat mij niet zozeer om de publicatie van een monografie met de geschiedenis van de UvA, maar vooral om impact die breed gedragen wordt.’ Hij zou het dan ook toejuichen als dit zelfonderzoek tot allerlei initiatieven binnen de universiteit gaat leiden, van studentenprojecten tot promotieonderzoeken en exposities. ‘Zo zou iedere faculteit wat mij betreft ook zelf kunnen gaan kijken naar de eigen geschiedenis.’
Ten behoeve van het onderzoek worden een maatschappelijke én een wetenschappelijke adviescommissie ingericht waarin ook UvA-experts worden betrokken. De uitkomsten van het vooronderzoek worden in 2024 verwacht, waarna het grotere onderzoek van start zal gaan.
Naast zijn werk als central diversity officer is Keestra één van de initiatiefnemers van de Keti Koti Tafel. Aan deze dialoogtafel nuttigen de deelnemers samen een maaltijd en staan zij ondertussen stil bij de gevolgen van het Nederlandse koloniale en slavernijverleden en hun persoonlijke ervaringen en inzichten. Op 28 juni dit jaar vond zo’n Keti Koti Tafel plaats aan de UvA. Aan de tafel reflecteerden studenten en medewerkers op het thema ‘Zien en gezien worden: wie draagt daarvoor de zorg?’ Ze bespraken hoe er gezorgd kan worden dat je ook met een andere achtergrond gezien wordt aan een grote instelling als de UvA. De persoonlijke verhalen die gedeeld werden, riepen emotionele reacties op bij sommige deelnemers. Voor velen was het confronterend om te horen hoe ook aan de UvA studenten en medewerkers anders bejegend worden vanwege hun huidskleur. ‘We willen mensen laten zien dat ook deze onderwerpen gewoon open besproken kunnen worden’, zegt Keestra. Zo wordt bijgedragen aan het versterken van wederzijdse empathie en begrip. Het bredere onderzoeksproject en deze persoonlijke dialoogtafel vullen elkaar hiermee aan.
Midden in het Universiteitskwartier staat het Bushuis/Oost-Indisch Huis. Dit pand was vroeger het hoofdkantoor van de VOC en wordt inmiddels al jaren gebruikt door de Faculteit der Geesteswetenschappen. De zogenoemde ‘VOC-zaal’ in het gebouw herinnert echter nog sterk aan het verleden. Hier is een reconstructie van de VOC-tijd te zien die in de jaren negentig is bedacht en gemaakt. De afgelopen jaren groeide onder medewerkers en studenten echter het ongemak over de manier waarop het koloniale verleden van Nederland en Amsterdam op deze plek wordt ge(re)presenteerd.
Decaan van de faculteit Marieke de Goede: ‘De discussies over de zaal spelen al heel lang. Deze plek levert een representatie van de geschiedenis waar medewerkers en studenten zich steeds ongemakkelijker over gingen voelen.’ Dat was in augustus 2022 reden om de zaal te sluiten.
Dekoloniale Dialogen@Humanities
In januari 2023 gingen de deuren van de zaal weer open voor het publieksprogramma Dekoloniale Dialogen@Humanities. Dit programma is in handen van een interdisciplinair team onder leiding van Margriet Schavemaker, hoogleraar Media en kunst in de museale praktijk aan de UvA en tevens artistiek directeur van het Amsterdam Museum, en Ghanima Kowsoleea, voormalig hoofd VOX-POP. Tot februari 2024 vinden diverse evenementen plaats in de zaal, zoals de maandelijks terugkerende ‘Talks&Drinks’ waarbij steeds een ander onderwerp binnen het thema wordt besproken.
Volgend jaar worden aanbevelingen gedaan voor de toekomst van de zaal. Schavemaker: ‘Als UvA zijn we beheerder van publieke ruimtes met een belangrijke geschiedenis. Het mooie aan dit project is dat we ons er weer bewust van worden dat die rol ook bij ons hoort.’
Het publieksprogramma Dekoloniale Dialogen@Humanities is tot 1 februari 2024 te bezoeken in het Bushuis/Oost-Indisch Huis. Heb je zelf vragen of ideeën? Mail dan naar dekoloniale-dialogen@uva.nl
In de podcastserie Far Too Close gaan vier UvA-alumni van de master Publieksgeschiedenis op zoek naar het koloniale verleden van zes gebouwen in het Amsterdamse Universiteitskwartier: het Athenaeum Illustre, de Waag, het Binnengasthuis, het Spinhuis, het Bushuis/Oost-Indisch Huis en het Universiteitstheater. De makers gaan in gesprek met experts en verbinden de historische verhalen achter deze gebouwen met hedendaagse thema’s zoals racisme en dekolonisatie. Door middel van historische bronnen over de personen die verbonden waren met het gebouw brengen ze het verleden dichtbij. Want welke verhalen huizen er in de gebouwen waar studenten tegenwoordig college volgen? En wat moeten wij met een verleden dat zo ver weg voelt, maar eigenlijk nog heel dichtbij is? Met deze vragen opent de podcast het gesprek over het koloniale verleden van de UvA en de hedendaagse doorwerking daarvan.
Far Too Close is tussen 2019 en 2022 gemaakt door Maartje van Bennekom, Maaike de Kleijn, Laure Lambert en Iris van der Werff. Via Spotify zijn alle afleveringen van de podcast te beluisteren.
Universiteitsmuseum Allard Pierson is een onderzoek gestart naar de achtergrond van de eigen collectie. Het museum wil achterhalen wat het precies in huis heeft wat raakt aan kolonialisme en slavernij. Historicus en onderzoeker Frederieke van Wijk richt zich hierbij op de collectie Uitvoerende kunsten.
De uitdaging waar Van Wijk voor staat is tweeledig, vertelt ze. ‘Ten eerste kijk ik naar wat er allemaal in de collectie zit. Het gaat daarbij niet alleen om objecten maar ook om vindbaarheid, terminologie en perspectieven. Veel van wat er in de theatercollectie zit is beschreven vanuit een witte blik.’ Daarnaast werkt Van Wijk samen met The Need for Legacy. Deze stichting bestaat uit een groep jonge theatermakers van kleur en spant zich in voor een inclusieve Nederlandse theatergeschiedenis. ‘De theatercanon is heel erg wit,’ zegt Van Wijk. ‘En op theaterscholen wordt nu nog te weinig geleerd over de theatergeschiedenis van mensen van kleur.’
Met de jonge theatermakers van The Need for Legacy wil Van Wijk die geschiedenis weer naar boven te brengen. Een groot project dus, dat nog in de beginfase is. ‘Als je erover na begint te denken, heeft heel veel van onze kennis een koloniale oorsprong. We moeten dus écht anders naar onze collectie gaan kijken en daarna concrete acties ondernemen.’ Dat kan bijvoorbeeld door collecties te digitaliseren, zodat ook minder bekende informatie over de theatercanon beter beschikbaar wordt. Of door stukken op een andere manier te omschrijven. ‘Soms kan het toevoegen van een extra pagina met historische context al ontzettend helpen met het duiden van een eenzijdig perspectief binnen een collectie.’