UNIVERSITEITSFONDS

Online alumni magazine september 2022
Online alumni magazine september 2022

UNIVERSITEITS­FONDS

tekst | Irma Puma en Daan Meijer (Aïda Paalman)
Testamentair nalaten aan het Universiteitsfonds
Aïda Paalman-de Miranda: blijvende bron van inspiratie
Onderzoek naar bloedstollingsstoornis: donaties welkom!
tekst | Irma Puma en Daan Meijer (Aïda Paalman)
Testamentair nalaten aan het Universiteitsfonds

LEES ARTIKEL

Aïda Paalman-de Miranda: blijvende bron van inspiratie

LEES ARTIKEL

Onderzoek naar bloedstollingsstoornis: donaties welkom!

LEES ARTIKEL

‘MIJN VADER HEEFT MIJ GESTIMULEERD UIT TE VLIEGEN’

Toen Willemy van Enckevort-Boogert haar testament moest vernieuwen, besloot ze daarin een legaat op te nemen voor het Amsterdams Universiteitsfonds. Met financiële steun wil ze bijdragen aan kansen voor jonge vrouwen om te gaan studeren.

Waarom besloot u om na te laten?
Mijn vader was hoofdonderwijzer in Oostvoorne en stimuleerde getalenteerde jonge mensen ‘ons’ eiland Voorne te verlaten en elders te studeren. Ook mijn man – de andragoloog Ger van Enckevort – vond dat iedereen onderwijs moest kunnen krijgen. Hij was in Nederland een van de grondleggers van de Permanente Educatie, die geldt als de basis voor volwasseneneducatie. Later was hij een van de initiators van de Open Universiteit in Heerlen.

Waarom koos u voor een testamentair legaat?
We laten geen nageslacht achter. En dus hadden mijn man en ik al voor zijn dood in 1996 een testament opgemaakt waarin we nalieten aan de stichting ‘Vrouw en Studie’. Maar die stichting bestaat niet meer. Bovendien is onze toenmalige testamentair executeur inmiddels overleden. Het was de hoogste tijd voor een update.

Waarom laat u na aan vrouwen en niet aan mannen?
Dat is een persoonlijke keuze die te maken heeft met mijn eigen jeugd. Ik woonde op een eiland waar het niet gebruikelijk was om uit te vliegen. Zeker niet voor meisjes. Mijn vader heeft mij gestimuleerd uit te vliegen. Ik ben hem daar zo dankbaar voor.

U studeerde ver van huis, waarom?
Ik kon niet wachten om de besloten sfeer van het eiland achter me te laten. Het liefst was ik naar de Sorbonne in Parijs gegaan. Maar ik was verliefd op de zoon van de burgemeester van Oostvoorne en die studeerde in Amsterdam. De liefde voor de burgemeesterszoon was snel bekoeld. Zeker toen ik mijn man hier leerde kennen.

Hoe was uw tijd aan de UvA?
Heerlijk. Ik zoog alles in me op. Vanaf 1962 studeerde ik Sociale psychologie en later Andragologie onder professor Tonco Tjarco ten Have. Met mijn man maakte ik destijds deel uit van het sub-faculteitsbestuur. Vanaf het begin hadden we een vanzelfsprekende en geruisloze samenwerking die zich voortzette in ons huwelijk.

Bent u als alumnus net zo actief?
De vakgroep Andragologie heeft een bloeiende kring die talrijke evenementen organiseert. Ik zit zelf in een commissie die de besteding van de fondsen voor de kring beoordeelt. Bovendien blijf ik nu extra verbonden door het instellen van het Willemy van Enckevort-Boogert Fonds. Dat is een goed gevoel, want de UvA heeft veel voor mij betekend.

Waarom besloot u om na te laten?
Mijn vader was hoofdonderwijzer in Oostvoorne en stimuleerde getalenteerde jonge mensen ‘ons’ eiland Voorne te verlaten en elders te studeren. Ook mijn man – de andragoloog Ger van Enckevort – vond dat iedereen onderwijs moest kunnen krijgen. Hij was in Nederland een van de grondleggers van de Permanente Educatie, die geldt als de basis voor volwasseneneducatie. Later was hij een van de initiators van de Open Universiteit in Heerlen.

Waarom koos u voor een testamentair legaat?
We laten geen nageslacht achter. En dus hadden mijn man en ik al voor zijn dood in 1996 een testament opgemaakt waarin we nalieten aan de stichting ‘Vrouw en Studie’. Maar die stichting bestaat niet meer. Bovendien is onze toenmalige testamentair executeur inmiddels overleden. Het was de hoogste tijd voor een update.

Waarom laat u na aan vrouwen en niet aan mannen?
Dat is een persoonlijke keuze die te maken heeft met mijn eigen jeugd. Ik woonde op een eiland waar het niet gebruikelijk was om uit te vliegen. Zeker niet voor meisjes. Mijn vader heeft mij gestimuleerd uit te vliegen. Ik ben hem daar zo dankbaar voor.

U studeerde ver van huis, waarom?
Ik kon niet wachten om de besloten sfeer van het eiland achter me te laten. Het liefst was ik naar de Sorbonne in Parijs gegaan. Maar ik was verliefd op de zoon van de burgemeester van Oostvoorne en die studeerde in Amsterdam. De liefde voor de burgemeesterszoon was snel bekoeld. Zeker toen ik mijn man hier leerde kennen.

Hoe was uw tijd aan de UvA?
Heerlijk. Ik zoog alles in me op. Vanaf 1962 studeerde ik Sociale psychologie en later Andragologie onder professor Tonco Tjarco ten Have. Met mijn man maakte ik destijds deel uit van het sub-faculteitsbestuur. Vanaf het begin hadden we een vanzelfsprekende en geruisloze samenwerking die zich voortzette in ons huwelijk.

Bent u als alumnus net zo actief?
De vakgroep Andragologie heeft een bloeiende kring die talrijke evenementen organiseert. Ik zit zelf in een commissie die de besteding van de fondsen voor de kring beoordeelt. Bovendien blijf ik nu extra verbonden door het instellen van het Willemy van Enckevort-Boogert Fonds. Dat is een goed gevoel, want de UvA heeft veel voor mij betekend.

Willemy van Enckevort – privéarchief

Overweegt u om testamentair na te laten aan het Amsterdams Universiteitsfonds? U doet het zo:

  1. Kies voor een erfstelling, een legaat of een Fonds op Naam
    Erfstelling: u neemt het fonds op als (mede)erfgenaam. Het fonds ontvangt daarmee (een deel van) de gehele nalatenschap.
    Legaat: u neemt het fonds op met een vast door u bepaald bedrag.
    Fonds op Naam: u stelt een apart fonds in binnen het Amsterdams Universiteitsfonds. Hiermee kunt u een zelfgekozen academisch doel ondersteunen. Een Fonds op Naam kan al bij leven worden ingesteld.
  2. Benoem een executeur testamentair
    Dit is een persoon die uw nalatenschap afwikkelt na uw overlijden. Vaak is dit een vertrouwenspersoon of de notaris. Maar het Amsterdams Universiteitsfonds kan ook als zodanig optreden.
  3. Kies een notaris
    Weet u hoe u wilt nalaten, dan benadert u een notaris en bepaalt u samen hoe u dit in uw testament zet. De notaris stelt een concepttekst op en zodra die naar wens is, registreert de notaris uw testament bij het Centraal Testamentenregister in Den Haag.
  4. Neem contact met ons op
    Informeer het Amsterdams Universiteitsfonds over uw plannen. Dit hoeft niet, maar wij horen graag van u. Wij kunnen alles dan zo goed mogelijk vastleggen. En het stelt ons in staat u persoonlijk te bedanken en te betrekken bij onze activiteiten.

 

Voordeel
Het voordeel van nalaten aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI), zoals het Amsterdams Universiteitsfonds, is dat u geen erfbelasting betaalt. Bovendien kunt u met zo’n schenking zelf sturing geven aan wat er met uw nalatenschap gebeurt.

Schenken bij leven
U kunt natuurlijk ook bij leven nalaten, bijvoorbeeld door het instellen van een Fonds op Naam, het doen van periodieke schenkingen of een éénmalige gift.

8 november: bijeenkomst over nalaten
Wilt u meer weten? Op dinsdag 8 november bent u van harte welkom bij een bijeenkomst over de mogelijkheden van nalaten. Mr. Cora Hagendijk van Mr. M.J. Meijer Notarissen en Frank Aalderinks, hoofd Filantropie advies bij ABN AMRO MeesPierson, informeren u dan over de verschillende mogelijkheden van (testamentair) schenken aan wetenschap of onderwijs aan de UvA.

AANMELDEN

Overweegt u na te laten aan het Amsterdams Universiteitsfonds? Neem dan gerust contact op met Juliëtte Nieuwland, j.m.m.nieuwland@uva.nl of 06 283 117 68.

AÏDA PAALMAN-DE MIRANDA: BLIJVENDE BRON VAN INSPIRATIE

Op 18 juni 2022 werd aan de UvA een symposium georganiseerd ter nagedachtenis aan Aïda (Ietje) Paalman-de Miranda, hoogleraar Wiskunde met een groot hart voor het onderwijs. De bijeenkomst was het startschot voor het Aïda Paalman-de Miranda Fonds, ingesteld om de ontwikkeling van talent onder Surinaamse studenten te stimuleren.

Het bijzondere verhaal van Ietje de Miranda en de UvA begint bijna 70 jaar geleden. Begin augustus 1953 scheept zij in op MS Bonaire van de K.N.S.M. De boot vertrekt vanuit Paramaribo, de bestemming is Amsterdam. Daar wil de dan zeventienjarige Ietje aan de UvA wiskunde studeren. Al op de middelbare school in Suriname erkennen haar ouders en docenten de bijzondere eigenschappen van Ietje en moedigen een studie op 7.500 kilometer van huis aan.

Eenmaal in Amsterdam ontplooit De Miranda vele activiteiten, maar bovenal is zij een zeer getalenteerd student wiskunde. Al tijdens haar studie publiceert zij wetenschappelijke artikelen, samen met haar docenten. Vier jaar na het doctoraal promoveert zij cum laude op het proefschrift Topological semigroups. Eind 1966 wordt Ietje benoemd tot lector Algebra en topologie aan de UvA. Als snel wordt de leeropdracht gewijzigd in Zuiver wiskunde. In 1980 volgt haar benoeming tot hoogleraar, een functie die zij tot haar emeritaat in 1997 zal bekleden.

Na het overlijden van Ietje op 11 mei 2020 groeit het besef dat het verhaal van prof. dr. A.B. Paalman-de Miranda meer dan het herinneren waard is. Vandaar een symposium in de Aula, georganiseerd door het Korteweg-de Vries Instituut van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica. Onder de sprekers bevinden zich per videoverbinding de wiskundige en voormalige president van Suriname, Ronald Venetiaan en minister van OCW Robbert Dijkgraaf. In de aula spreekt Shanti Venetiaan, hoogleraar wiskunde aan de Anton de Kom Universiteit. Zij gaat uitgebreid in op de geschiedenis, ontwikkeling en de kansen van het hoger onderwijs in Suriname.

Het Aïda Paalman-de Miranda Fonds, dat tijdens het symposium officieel wordt ingesteld, is bedoeld om de ontwikkeling van talent onder Surinaamse studenten te stimuleren. Met een beurs uit dit Fonds kunnen gemotiveerde en getalenteerde studenten van de Anton de Kom Universiteit één of meerdere semesters onderwijs volgen aan de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica van de UvA. Het fonds is ondergebracht bij Stichting Amsterdams Universiteitsfonds.

Drona Kandhai, UvA-hoogleraar Applied Informatics, geeft aan welke kansen Amsterdam kan bieden aan Surinaamse studenten en wat de uitwisseling ook kan betekenen voor de wetenschapsbeoefening in Suriname. En twee studenten uit Suriname, Xamanie Seymonson en Shariva Welles, vertellen online wat de samenwerking tussen de beide universiteiten voor hen betekent. De twintigjarige Welles behaalde in 2021 haar bachelor Wiskunde aan de Anton de Kom Universiteit. Vanaf een groot scherm vertelt ze over haar passie voor wiskunde en de kans om een periode aan de UvA te kunnen studeren. Het stelt Surinaamse studenten in staat breder te kiezen, zegt ze, en ze kunnen in Amsterdam een nieuwe omgeving ontdekken. Tenslotte gaat het studeren, anders dan met online onderwijs, ‘vlotter als docent en student in hetzelfde land zijn’.

Met het instellen van het fonds zal Aïda Paalman-de Miranda studenten blijven inspireren en een schakel vormen tussen de wetenschap in Paramaribo en Amsterdam.

LIVESTREAM SYMPOSIUM TERUGKIJKEN


DONEREN

AÏDA PAALMAN-DE MIRANDA: BLIJVENDE BRON VAN INSPIRATIE

Op 18 juni 2022 werd aan de UvA een symposium georganiseerd ter nagedachtenis aan Aïda (Ietje) Paalman-de Miranda, hoogleraar Wiskunde met een groot hart voor het onderwijs. De bijeenkomst was het startschot voor het Aïda Paalman-de Miranda Fonds, ingesteld om de ontwikkeling van talent onder Surinaamse studenten te stimuleren.

Het bijzondere verhaal van Ietje de Miranda en de UvA begint bijna 70 jaar geleden. Begin augustus 1953 scheept zij in op MS Bonaire van de K.N.S.M. De boot vertrekt vanuit Paramaribo, de bestemming is Amsterdam. Daar wil de dan zeventienjarige Ietje aan de UvA wiskunde studeren. Al op de middelbare school in Suriname erkennen haar ouders en docenten de bijzondere eigenschappen van Ietje en moedigen een studie op 7.500 kilometer van huis aan.

Eenmaal in Amsterdam ontplooit De Miranda vele activiteiten, maar bovenal is zij een zeer getalenteerd student wiskunde. Al tijdens haar studie publiceert zij wetenschappelijke artikelen, samen met haar docenten. Vier jaar na het doctoraal promoveert zij cum laude op het proefschrift Topological semigroups. Eind 1966 wordt Ietje benoemd tot lector Algebra en topologie aan de UvA. Als snel wordt de leeropdracht gewijzigd in Zuiver wiskunde. In 1980 volgt haar benoeming tot hoogleraar, een functie die zij tot haar emeritaat in 1997 zal bekleden.

Na het overlijden van Ietje op 11 mei 2020 groeit het besef dat het verhaal van prof. dr. A.B. Paalman-de Miranda meer dan het herinneren waard is. Vandaar een symposium in de Aula, georganiseerd door het Korteweg-de Vries Instituut van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica. Onder de sprekers bevinden zich per videoverbinding de wiskundige en voormalige president van Suriname, Ronald Venetiaan en minister van OCW Robbert Dijkgraaf. In de aula spreekt Shanti Venetiaan, hoogleraar wiskunde aan de Anton de Kom Universiteit. Zij gaat uitgebreid in op de geschiedenis, ontwikkeling en de kansen van het hoger onderwijs in Suriname.

Het Aïda Paalman-de Miranda Fonds, dat tijdens het symposium officieel wordt ingesteld, is bedoeld om de ontwikkeling van talent onder Surinaamse studenten te stimuleren. Met een beurs uit dit Fonds kunnen gemotiveerde en getalenteerde studenten van de Anton de Kom Universiteit één of meerdere semesters onderwijs volgen aan de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica van de UvA. Het fonds is ondergebracht bij Stichting Amsterdams Universiteitsfonds.

Drona Kandhai, UvA-hoogleraar Applied Informatics, geeft aan welke kansen Amsterdam kan bieden aan Surinaamse studenten en wat de uitwisseling ook kan betekenen voor de wetenschapsbeoefening in Suriname. En twee studenten uit Suriname, Xamanie Seymonson en Shariva Welles, vertellen online wat de samenwerking tussen de beide universiteiten voor hen betekent. De twintigjarige Welles behaalde in 2021 haar bachelor Wiskunde aan de Anton de Kom Universiteit. Vanaf een groot scherm vertelt ze over haar passie voor wiskunde en de kans om een periode aan de UvA te kunnen studeren. Het stelt Surinaamse studenten in staat breder te kiezen, zegt ze, en ze kunnen in Amsterdam een nieuwe omgeving ontdekken. Tenslotte gaat het studeren, anders dan met online onderwijs, ‘vlotter als docent en student in hetzelfde land zijn’.

Met het instellen van het fonds zal Aïda Paalman-de Miranda studenten blijven inspireren en een schakel vormen tussen de wetenschap in Paramaribo en Amsterdam.

LIVESTREAM SYMPOSIUM TERUGKIJKEN


DONEREN

GEFASCINEERD DOOR BLOEDSTOLLING

Het Amsterdams Universiteitsfonds (AUF) vraagt dit jaar steun voor een preklinisch onderzoek van Derek Kleinveld, arts en postdoc onderzoeker in het Amsterdam UMC. Samen met promovendus Pieter Sloos onderzoekt hij stollingsstoornissen die zich voordoen bij patiënten na een ernstig trauma.

Trauma is een van de meest voorkomende doodsoorzaken wereldwijd. Bij ongeveer een op de vier slachtoffers die betrokken is bij een ernstig trauma, zoals een groot verkeersongeval, wordt een bloedstollingsstoornis ontdekt. Dat betekent dat stolsel zich bij deze patiënten moeizaam vormt. En het stolsel dat wel wordt gevormd, breekt vervolgens te snel af. Dit leidt tot ernstige bloedingen die maar moeilijk te behandelen zijn.

‘Ontdekkingen’
In het Amsterdams UMC onderzoekt Derek Kleinveld al jaren de oorzaken en gevolgen van deze stollingsstoornissen. ‘Al sinds mijn bachelor ben ik gefascineerd door de complexiteit van bloedstolling. Daar is door de wetenschap al zoveel over geschreven, en toch doen we steeds weer nieuwe ontdekkingen.’ Met nieuwe medicijnen kunnen mensenlevens worden gered, denkt Kleinveld. ‘Een traumapatiënt met een stollingsstoornis heeft twee keer zoveel kans om te overlijden. We kunnen dus echt een verschil maken.’

Maar voor het zover is, moet er meer begrip zijn voor hoe een stollingsstoornis precies werkt. De afgelopen jaren heeft het Amsterdam UMC samen met (inter)nationale partners al veel kennis verzameld. ‘We weten bijvoorbeeld dat de interactie tussen het bloedplaatje en stollingseiwitten centraal staat bij een dergelijke stoornis’, legt Kleinveld uit.

Binnen het Laboratory of Experimental Intensive Care and Anesthesiology (LEICA) onderzoekt hij de relatie tussen bloedplaatjes en het enzym ADAMTS13. Kleinveld: ‘ADAMTS13 knipt normaal gesproken de Von Willebrand factor, een eiwit dat betrokken is bij de hechting van bloedplaatjes aan de kapotte bloedvatwand. Echter, we zien dat in bloed van traumapatiënten dit ADAMTS13 enzym hyperactief kan functioneren, waardoor bloedplaatjes mogelijk minder goed werken. Daarnaast zou ADAMTS13 ook andere stollingseiwitten kunnen knippen. Met als gevolg dat het bloed slechter stolt.’

Trauma is een van de meest voorkomende doodsoorzaken wereldwijd. Bij ongeveer een op de vier slachtoffers die betrokken is bij een ernstig trauma, zoals een groot verkeersongeval, wordt een bloedstollingsstoornis ontdekt. Dat betekent dat stolsel zich bij deze patiënten moeizaam vormt. En het stolsel dat wel wordt gevormd, breekt vervolgens te snel af. Dit leidt tot ernstige bloedingen die maar moeilijk te behandelen zijn.

‘Ontdekkingen’
In het Amsterdams UMC onderzoekt Derek Kleinveld al jaren de oorzaken en gevolgen van deze stollingsstoornissen. ‘Al sinds mijn bachelor ben ik gefascineerd door de complexiteit van bloedstolling. Daar is door de wetenschap al zoveel over geschreven, en toch doen we steeds weer nieuwe ontdekkingen.’ Met nieuwe medicijnen kunnen mensenlevens worden gered, denkt Kleinveld. ‘Een traumapatiënt met een stollingsstoornis heeft twee keer zoveel kans om te overlijden. We kunnen dus echt een verschil maken.’

Maar voor het zover is, moet er meer begrip zijn voor hoe een stollingsstoornis precies werkt. De afgelopen jaren heeft het Amsterdam UMC samen met (inter)nationale partners al veel kennis verzameld. ‘We weten bijvoorbeeld dat de interactie tussen het bloedplaatje en stollingseiwitten centraal staat bij een dergelijke stoornis’, legt Kleinveld uit.

Binnen het Laboratory of Experimental Intensive Care and Anesthesiology (LEICA) onderzoekt hij de relatie tussen bloedplaatjes en het enzym ADAMTS13. Kleinveld: ‘ADAMTS13 knipt normaal gesproken de Von Willebrand factor, een eiwit dat betrokken is bij de hechting van bloedplaatjes aan de kapotte bloedvatwand. Echter, we zien dat in bloed van traumapatiënten dit ADAMTS13 enzym hyperactief kan functioneren, waardoor bloedplaatjes mogelijk minder goed werken. Daarnaast zou ADAMTS13 ook andere stollingseiwitten kunnen knippen. Met als gevolg dat het bloed slechter stolt.’

Derek Kleinveld (rechts) en Pieter Sloos

Traumasituatie simuleren
Om dit fenomeen beter te kunnen bestuderen gaat Kleinveld onderzoek doen met behulp van een baanbrekende, in het lab gesimuleerde traumasituatie. Dit soort fundamenteel onderzoek is vaak explorerend en heeft geen direct voordeel voor de patiënt. Maar het vormt uiteindelijk wel de basis voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen en behandelstrategieën. Het onderzoek past dan ook goed binnen de doelstellingen van het AUF.

Promovendus Pieter van der Sloot, sinds twee jaar betrokken bij het LEICA-onderzoek, verzamelt de nieuwe data in het lab. ‘Het besef dat we met dit onderzoek misschien aan de wieg staan van een nieuwe ontdekking vind ik enorm stimulerend’, zegt Sloos. Bovendien kunnen de technieken die wij gebruiken in het lab, bijdragen aan kennis over andere onderzoeksvragen die we stellen over bijvoorbeeld trombose en COVID-19. Ook kan het onderzoek onze kennis over andere oorzaken van bloedverlies vergroten, zoals bij een bevalling of een bloeding uit het maag-darmstelsel.’

‘Verschil maken’
Uiteindelijk hopen Kleinveld en Sloos met de data die zij preklinisch verzamelen, wereldwijd concrete oplossingen te kunnen bieden voor stollingsstoornissen bij trauma. ‘Hopelijk kunnen we daarmee de sterfgevallen na trauma verminderen’, zegt Sloos. ’En wie weet kunnen we op termijn ook een verschil maken bij slachtoffers van andere aandoeningen.’

Dit onderzoek maakt deel uit van het Jaarfonds 2022 waarmee ook aandacht wordt gevraagd voor financiële steun voor drie andere projecten. Helpt u mee? Donaties zijn meer dan welkom!

DONEREN

Traumasituatie simuleren
Om dit fenomeen beter te kunnen bestuderen gaat Kleinveld onderzoek doen met behulp van een baanbrekende, in het lab gesimuleerde traumasituatie. Dit soort fundamenteel onderzoek is vaak explorerend en heeft geen direct voordeel voor de patiënt. Maar het vormt uiteindelijk wel de basis voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen en behandelstrategieën. Het onderzoek past dan ook goed binnen de doelstellingen van het AUF.

Promovendus Pieter van der Sloot, sinds twee jaar betrokken bij het LEICA-onderzoek, verzamelt de nieuwe data in het lab. ‘Het besef dat we met dit onderzoek misschien aan de wieg staan van een nieuwe ontdekking vind ik enorm stimulerend’, zegt Sloos. Bovendien kunnen de technieken die wij gebruiken in het lab, bijdragen aan kennis over andere onderzoeksvragen die we stellen over bijvoorbeeld trombose en COVID-19. Ook kan het onderzoek onze kennis over andere oorzaken van bloedverlies vergroten, zoals bij een bevalling of een bloeding uit het maag-darmstelsel.’

‘Verschil maken’
Uiteindelijk hopen Kleinveld en Sloos met de data die zij preklinisch verzamelen, wereldwijd concrete oplossingen te kunnen bieden voor stollingsstoornissen bij trauma. ‘Hopelijk kunnen we daarmee de sterfgevallen na trauma verminderen’, zegt Sloos. ’En wie weet kunnen we op termijn ook een verschil maken bij slachtoffers van andere aandoeningen.’

Dit onderzoek maakt deel uit van het Jaarfonds 2022 waarmee ook aandacht wordt gevraagd voor financiële steun voor drie andere projecten. Helpt u mee? Donaties zijn meer dan welkom!

DONEREN

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

Twitter

LinkedIn

WhatsApp