Wetenschap

Online alumni magazine VOORJAAR 2023
Online alumni magazine VOORJAAR 2023

WETENSCHAP

KORT NIEUWS

De wetenschappelijke kennis neemt dagelijks toe. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam dragen daaraan bij met proefschriften, papers en andere publicaties waarin zij de vruchten van hun arbeid wereldkundig maken. SPUI biedt een selectie van recente resultaten.
Samenstelling | Wieneke Wolthuis

KORT NIEUWS

De wetenschappelijke kennis neemt dagelijks toe. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam dragen daaraan bij met proefschriften, papers en andere publicaties waarin zij de vruchten van hun arbeid wereldkundig maken. SPUI biedt een selectie van recente resultaten.
Samenstelling | Wieneke Wolthuis

Inter­disciplinair

Onderzoek naar verminderen milieu-impact van de zorg in Amsterdam

Promovendus Lisanne Kouwenberg doet onderzoek naar mogelijkheden om de milieu-impact van de zorg in Amsterdam te verminderen: ‘Het is steeds duidelijker dat de klimaatcrisis de gezondheid van mensen verslechtert, waardoor de zorgvraag toeneemt. Tegelijkertijd is de milieuvoetafdruk van de zorg nu al enorm. Als systeem stoten we 7,3 procent van de broeikasgassen in Nederland uit, gebruiken we 13 procent van de grondstoffen en dragen we voor 4,2 procent bij aan de nationale afvalberg.’ Het onderzoeksteam waarvan Kouwenberg deel uitmaakt richt zich op het berekenen van de milieuvoetafdruk van de zorg in de regio Amsterdam. Kouwenberg: ‘Hierna gaan we interventies ontwikkelen die het gedrag van mensen veranderen, het bedrijfsproces verbeteren of een technische oplossing bieden. Deze interventies testen we in de praktijk binnen het Amsterdam UMC.’ De promovendus werkt samen met verschillende wetenschappers van de Faculteit der Geneeskunde, de Faculteit Maatschappij en Gedrag en de Amsterdam Business School.

Het ‘green team’ van het Amsterdam UMC bij de start van afvalscheiding in de operatiekamer.
ChatGPT in de wetenschap

‘Dit artikel is zonder hulp van ChatGPT geschreven’, schrijft een interdisciplinair onderzoeksteam van UvA en UMC in wetenschappelijk tijdschrift Nature, over het onderzoek naar het gebruik van chatbot ChatGPT. De chatbot werd gelanceerd in november 2022 en kan papers en programma’s schrijven, bestaande teksten herzien en zoekopdrachten uitvoeren. Hoe moeten wetenschappers omgaan met deze nieuwe technologie? De onderzoekers legden ChatGPT tal van vragen en taken voor. Antwoorden waren vaak onjuist of misleidend. Claudi Bockting, hoogleraar Klinische psychologie in de Psychiatrie, is één van de schrijvers van het Nature-artikel en presenteerde vijf aandachtspunten. Om te beginnen: houd vast aan menselijke checks op de output. Stel daarnaast binnen de wetenschappelijke gemeenschap accountability-regels op, gericht op transparantie, integriteit en eerlijkheid. Investeer ook in betrouwbare en transparante Large Language Models, in handen van onafhankelijke non-profitorganisaties. Omarm de voordelen van AI. Bespreek ten slotte ChatGPT niet alleen intern in onderzoeksgroepen, maar ook met relevante partijen, van uitgevers tot ethici. Bockting: ‘We roepen op tot een wereldwijd debat over de vraag hoe AI-technologie een positieve gamechanger voor de wetenschap kan worden.’

Economie en bedrijfs­kunde

Ondernemende migranten in Europa beter ondersteunen

Ondernemers met een migratieachtergrond worden in Europa regelmatig geconfronteerd met uitdagingen op het gebied van integratie. Hoe kunnen zij gerichte steun krijgen, ondernemersvaardigheden ontwikkelen en ideeën omzetten in concrete zakelijke kansen? Met deze vragen hield onderzoeker Vittoria Scalera van de Amsterdam Business School zich drie jaar bezig, samen met collega’s uit Frankrijk en Italië. De onderzoekers bestudeerden incubators en accelerators in Nederland, Frankrijk en Italië en brachten barrières en risico’s in kaart. De grootste hindernis voor migranten in Nederland bleek het omgaan met wettelijke en regelgevende barrières. De onderzoekers kwamen met enkele aanbevelingen.

Zo adviseren zij om start-ups als duurzame economische oplossing te beschouwen. Ondernemersmigranten moeten daarnaast gemakkelijker toegang hebben tot financiering en programma’s. Tevens moeten er bruggen komen tussen bestaande organisaties voor ondernemers en aanbieders van ondersteuning voor migranten. De onderzoekers ontwikkelden een ‘Massive Open Online Course’ voor professionals en een ‘Inclusive Incubator Handbook’ met tools voor beleidsmakers en praktijkmensen. Na verschillende evenementen vindt een laatste conferentie plaats op 27 en 28 april in Bologna.

Vittoria Scalera
Ondernemende migranten in Europa beter ondersteunen

Ondernemers met een migratieachtergrond worden in Europa regelmatig geconfronteerd met uitdagingen op het gebied van integratie. Hoe kunnen zij gerichte steun krijgen, ondernemersvaardigheden ontwikkelen en ideeën omzetten in concrete zakelijke kansen? Met deze vragen hield onderzoeker Vittoria Scalera van de Amsterdam Business School zich drie jaar bezig, samen met collega’s uit Frankrijk en Italië. De onderzoekers bestudeerden incubators en accelerators in Nederland, Frankrijk en Italië en brachten barrières en risico’s in kaart. De grootste hindernis voor migranten in Nederland bleek het omgaan met wettelijke en regelgevende barrières. De onderzoekers kwamen met enkele aanbevelingen. Zo adviseren zij om start-ups als duurzame economische oplossing te beschouwen. Ondernemersmigranten moeten daarnaast gemakkelijker toegang hebben tot financiering en programma’s. Tevens moeten er bruggen komen tussen bestaande organisaties voor ondernemers en aanbieders van ondersteuning voor migranten. De onderzoekers ontwikkelden een ‘Massive Open Online Course’ voor professionals en een ‘Inclusive Incubator Handbook’ met tools voor beleidsmakers en praktijkmensen. Na verschillende evenementen vindt een laatste conferentie plaats op 27 en 28 april in Bologna.

Vittoria Scalera

Genees­kunde

Diabetes? Meedoen aan onderzoek voor klachten aan voeten

Samen met tien andere ziekenhuizen doet het Amsterdam UMC onderzoek naar de beste behandeling van zenuwklachten in de voeten en onderbenen bij diabetes. Deze klachten, zoals pijn, tintelingen of een doof gevoel, hebben vaak veel impact op de kwaliteit van leven van de patiënt en kunnen wonden en zelfs amputaties als gevolg hebben. Het is daarom belangrijk om te weten hoe de klachten verminderd kunnen worden. Twaalf ziekenhuizen in Nederland onderzoeken of een operatieve behandeling helpt bij het verminderen van klachten en het voorkomen van wonden en amputaties.

Voor deze studie zoekt het Amsterdam UMC nog steeds mensen met diabetes en klachten aan de voeten en/of onderbenen. Informatie over deelname kunt u vinden op www.lastvanmijnvoeten.nl. U kunt ook mailen naar decostudie@umcutrecht.nl.

Hoogleraar onderzoekt zorg door gespecialiseerde IC-verpleegkundigen

Frederique Paulus is de eerste verpleegkundige die benoemd is tot hoogleraar op het gebied van de intensive care. Naast verpleegkundige is zij senior onderzoeker op de Intensive Care Volwassenen van het Amsterdam UMC. Zij is gespecialiseerd in beademing van ernstig zieke IC-patiënten. Met haar leerstoel wil Paulus de kwaliteit van zorg voor de patiënt door het IC-behandelteam verder verbeteren. Intensivecareverpleegkundigen spelen daarin een hoofdrol. Het IC-behandelteam bestaat uit verpleegkundigen, artsen en bijvoorbeeld fysiotherapeuten en diëtisten. Het grootste deel van de zorg op een intensivecareafdeling wordt echter geleverd door gespecialiseerde IC-verpleegkundigen. Paulus vindt het daarom de hoogste tijd voor meer wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van behandelingen die vooral worden uitgevoerd door deze verpleegkundigen. ‘De zorg op een intensivecareafdeling is hectisch, actiegericht en technisch’, zegt Paulus. ‘Tegelijkertijd moet er ook rust en stabiliteit voor patiënt en familie zijn.’ Paulus werkt nauw samen met onderzoekers van het King’s College London en de Queens University Belfast en onderzoekers uit internationale onderzoeksnetwerken. Hoe belangrijk goede IC-zorg is, heeft onder andere de coronapandemie duidelijk zichtbaar gemaakt.

Maatschappij- en Gedragsweten­­schappen

Politiek vertrouwen: marktkooplieden zien meer problemen dan advocaten

In de media worden geregeld cijfers gepresenteerd over het politieke vertrouwen van de Nederlandse bevolking. Achter die cijfers gaan grote verschillen tussen bevolkingsgroepen schuil. Praktisch opgeleide mensen vinden de manier waarop de politiek werkt veel problematischer dan theoretisch opgeleiden. Zij geven aan weinig vertrouwen te hebben vanwege de traagheid en inefficiëntie van de politiek, de misleiding bij verkiezingen of de taaltrucjes waarmee politici de waarheid ontwijken. Dat concludeert politiek socioloog Eefje Steenvoorden. Zij onderzocht wat politiek vertrouwen betekent voor advocaten aan de Zuidas, ROC-studenten, marktkooplieden en senioren van een bridgeclub.

Uit haar onderzoek blijkt dat de advocaten zich gelukkig prijzen als inwoners van Nederland, terwijl de bridgers allerlei problemen zien in de politieke instituties. De marktgroep, die zichzelf ‘de onderlaag’ noemt, voelt zich kwetsbaar voor de grillen van de overheid en voor regelingen die hen hard treffen. De ROC-studenten zien een oneerlijk spel, waarin zij buitenspel staan door de ongelijkheid in het onderwijssysteem en discriminatie in de samenleving. Er is volgens Steenvoorden geen makkelijke manier om het lage politieke vertrouwen onder met name de praktisch opgeleide groepen te vergroten.

UITKOMSTEN ONDERZOEK

Maatschappij- en Gedragsweten­­schappen

Politiek vertrouwen: marktkooplieden zien meer problemen dan advocaten

In de media worden geregeld cijfers gepresenteerd over het politieke vertrouwen van de Nederlandse bevolking. Achter die cijfers gaan grote verschillen tussen bevolkingsgroepen schuil. Praktisch opgeleide mensen vinden de manier waarop de politiek werkt veel problematischer dan theoretisch opgeleiden. Zij geven aan weinig vertrouwen te hebben vanwege de traagheid en inefficiëntie van de politiek, de misleiding bij verkiezingen of de taaltrucjes waarmee politici de waarheid ontwijken. Dat concludeert politiek socioloog Eefje Steenvoorden. Zij onderzocht wat politiek vertrouwen betekent voor advocaten aan de Zuidas, ROC-studenten, marktkooplieden en senioren van een bridgeclub.

Uit haar onderzoek blijkt dat de advocaten zich gelukkig prijzen als inwoners van Nederland, terwijl de bridgers allerlei problemen zien in de politieke instituties. De marktgroep, die zichzelf ‘de onderlaag’ noemt, voelt zich kwetsbaar voor de grillen van de overheid en voor regelingen die hen hard treffen. De ROC-studenten zien een oneerlijk spel waarin zij buitenspel staan door de ongelijkheid in het onderwijssysteem en discriminatie in de samenleving. Er is volgens Steenvoorden geen makkelijke manier om het lage politieke vertrouwen onder met name de praktisch opgeleide groepen te vergroten.

UITKOMSTEN ONDERZOEK

Natuurwet­en­­schappen, wiskunde en informatica

Nieuwe ecologische aanpak om biodiversiteit te beschermen

Om de biodiversiteit op het land en in zoet water te kunnen beschermen tegen menselijk handelen is het goed rekening te houden met vier fundamentele processen. Het gaat om verspreiding, soortvorming, selectie op soortniveau en ecologische drift, ofwel veranderingen in geboorten en sterfgevallen. Dat concluderen onderzoekers in een recente publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Ecology Letters. Een van de auteurs is Ian McFadden van de UvA. Als onderzoeker was hij werkzaam bij het Zwitserse Federale Instituut voor Bos-, Sneeuw- en Landschapsonderzoek. McFadden: ‘Onze aanpak is erop gericht terrestrische en zoetwaterecologen, evolutiebiologen, natuurbeschermers, beleidsmakers en landeigenaren hulpmiddelen te bieden om te begrijpen hoe en waarom de biodiversiteit verandert.’ De onderzoekers concluderen dat aan land gebonden organismen over het algemeen minder beperkt zijn in hun verspreiding dan zoetwaterorganismen. Als mensen doorgaan met het bouwen van nieuwe barrières in waterlichamen, zoals waterkrachtcentrales, worden zoetwatergemeenschappen nog verder beperkt in hun vermogen te reageren op veranderingen in het milieu.

Te veel PFAS in Nederlands water

Het gehalte PFAS in drinkwater uit oppervlaktewater overschrijdt de veiligheidsnorm. Ook drinkwater uit grondwater bevat PFAS. ‘Bescherming van het grondwater tegen PFAS is noodzakelijk’, stelt promovendus Mohammad Sadia, verbonden aan het Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics (IBED). Het notoir moeilijk af te breken PFAS staat bekend als een forever chemical. Het wordt onder meer verwerkt in potten, pannen en voedselverpakkingen en is een steeds grotere zorg voor het milieu. Sadia en collega’s kregen financiering van de Europese Unie om PFAS in Nederlands drinkwater te bestuderen. ‘We hebben ruw en geproduceerd drinkwater bemonsterd op achttien verschillende locaties in Nederland. Uit de resultaten bleek dat PFAS wordt aangetroffen in al het drinkwater en alle drinkwaterbronnen in heel Nederland’, zegt Sadia. Om de hoeveelheid PFAS in het milieu te beperken zijn er verschillende voorschriften. Het RIVM volgt de aanbevolen maximale PFAS-drempel van het Europees Agentschap voor Voedselveiligheid (EFSA), maar heeft ook de verplichting om de bindende nieuwe EU-drinkwaterdrempels toe te passen. Deze laat enkele vormen van PFAS buiten beschouwing. In het onderzoek overschreden acht van de elf drinkwaterlocaties uit oppervlaktewater het door de EFSA ingevoerde veilige niveau. Het onderzochte drinkwater voldeed wel aan de nieuwe EU-drinkwaterrichtlijn.

Natuurwet­en­schappen, wiskunde en informatica

Nieuwe ecologische aanpak om biodiversiteit te beschermen

Om de biodiversiteit op het land en in zoet water te kunnen beschermen tegen menselijk handelen is het goed rekening te houden met vier fundamentele processen. Het gaat om verspreiding, soortvorming, selectie op soortniveau en ecologische drift, ofwel veranderingen in geboorten en sterfgevallen. Dat concluderen onderzoekers in een recente publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Ecology Letters. Een van de auteurs is Ian McFadden van de UvA. Als onderzoeker was hij werkzaam bij het Zwitserse Federale Instituut voor Bos-, Sneeuw- en Landschapsonderzoek. McFadden: ‘Onze aanpak is erop gericht terrestrische en zoetwaterecologen, evolutiebiologen, natuurbeschermers, beleidsmakers en landeigenaren hulpmiddelen te bieden om te begrijpen hoe en waarom de biodiversiteit verandert.’ De onderzoekers concluderen dat aan land gebonden organismen over het algemeen minder beperkt zijn in hun verspreiding dan zoetwaterorganismen. Als mensen doorgaan met het bouwen van nieuwe barrières in waterlichamen, zoals waterkrachtcentrales, worden zoetwatergemeenschappen nog verder beperkt in hun vermogen te reageren op veranderingen in het milieu.

Te veel PFAS in Nederlands water

Het gehalte PFAS in drinkwater uit oppervlaktewater overschrijdt de veiligheidsnorm. Ook drinkwater uit grondwater bevat PFAS. ‘Bescherming van het grondwater tegen PFAS is noodzakelijk’, stelt promovendus Mohammad Sadia, verbonden aan het Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics (IBED). Het notoir moeilijk af te breken PFAS staat bekend als een forever chemical. Het wordt onder meer verwerkt in potten, pannen en voedselverpakkingen en is een steeds grotere zorg voor het milieu. Sadia en collega’s kregen financiering van de Europese Unie om PFAS in Nederlands drinkwater te bestuderen. ‘We hebben ruw en geproduceerd drinkwater bemonsterd op achttien verschillende locaties in Nederland. Uit de resultaten bleek dat PFAS wordt aangetroffen in al het drinkwater en alle drinkwaterbronnen in heel Nederland’, zegt Sadia. Om de hoeveelheid PFAS in het milieu te beperken zijn er verschillende voorschriften. Het RIVM volgt de aanbevolen maximale PFAS-drempel van het Europees Agentschap voor Voedselveiligheid (EFSA), maar heeft ook de verplichting om de bindende nieuwe EU-drinkwaterdrempels toe te passen. Deze laat enkele vormen van PFAS buiten beschouwing. In het onderzoek overschreden acht van de elf drinkwaterlocaties uit oppervlaktewater het door de EFSA ingevoerde veilige niveau. Het onderzochte drinkwater voldeed wel aan de nieuwe EU-drinkwaterrichtlijn.

Rechtsgeleerd­­heid

Internationaal recht niet effectief bij regulering arbeidsmigratie

Waarom werkt het internationaal recht niet om arbeidsmigratie te reguleren? Onderzoeker en jurist Pedro de Sena geeft er antwoord op in zijn proefschrift. Hij woonde 25 jaar in Azië en verbaasde zich erover hoe deze migratie in sommige gevallen niet werd gereguleerd, ondanks het belang van arbeidsmigratie voor de economie, het werk en het persoonlijke leven van mensen. Uit zijn onderzoek blijkt dat staten bereid zijn tot samenwerking als de eisen niet te streng zijn. Daarom geven staten de voorkeur aan politieke kaders. De Sena: ‘Toch heeft dit soort samenwerking uiteindelijk een aantal juridische effecten, omdat het helpt nieuwe gedragsnormen voor staten te verspreiden.’ Dat is volgens De Sena gebeurd met het Global Compact on Migration, een intergouvernementele overeenkomst waarin staten relevante politieke doelstellingen vaststelden, maar de vrijheid behielden om te kiezen hoe zij deze doelstellingen wilden bereiken. Volgens De Sena moeten we erkennen dat de traditionele oplossingen op basis van internationaal recht niet werken. Dat bewijst bijvoorbeeld de Internationale Conventie van de Verenigde Naties over de bescherming van de rechten van alle migrerende werknemers en hun gezinsleden uit 1990. ‘Dat was een mijlpaal, maar de conventie blijkt grotendeels ondoeltreffend. We moeten daarom onze aandacht verleggen.’

Pedro Pereira de Sena werkt nu in Portugal als stafchef bij de staatssecretaris voor civiele bescherming. Hij verdedigt zijn proefschrift op 26 april 2023.

Pedro de Sena
Pleidooi voor uitlegbare AI-regels bij de Belastingdienst

Door discriminerende algoritmes werden duizenden ouders door de Belastingdienst ten onrechte beschuldigd van fraude, met ingrijpende gevolgen voor de getroffen gezinnen. De algoritmen gebruikten informatie die wettelijk gezien niet relevant is bij besluitvorming, zoals geslacht, religie, etniciteit en adres. Błażej Kuźniacki, interdisciplinair onderzoeker Fiscaal recht, pleit voor meer transparantie als kunstmatige intelligentie (AI) bij belastingzaken wordt ingezet. Wel denkt hij dat het gebruik van AI nodig is. ‘Mensen zijn niet in staat om een enorme hoeveelheid gegevens zo snel en nauwkeurig te doorlopen als algoritmes. Het gaat erom AI op een juiste manier te gebruiken en om de rechten van de belastingbetaler niet te schaden. En er moet een mens zijn met de bevoegdheid om een beslissing te nemen. Het gaat fout als het proces te geautomatiseerd en geheimzinnig is. Dat kan leiden tot discriminerende behandeling.’ Belastingdiensten moeten hun beslissingen kunnen verantwoorden, maar lijken in toenemende mate gebruik te maken van niet-uitlegbare AI-systemen. ‘Dat is beangstigend’, stelt Kuźniacki. ‘Het is voor mensen moeilijk om beslissingen van machine learning algoritmen volledig te begrijpen en verklaren. Daarbij komt nog tax secrecy die transparantie verhindert.’

Rechtsgeleerd­­heid

Internationaal recht niet effectief bij regulering arbeidsmigratie

Waarom werkt het internationaal recht niet om arbeidsmigratie te reguleren? Onderzoeker en jurist Pedro de Sena geeft er antwoord op in zijn proefschrift. Hij woonde 25 jaar in Azië en verbaasde zich erover hoe deze migratie in sommige gevallen niet werd gereguleerd, ondanks het belang van arbeidsmigratie voor de economie, het werk en het persoonlijke leven van mensen. Uit zijn onderzoek blijkt dat staten bereid zijn tot samenwerking als de eisen niet te streng zijn. Daarom geven staten de voorkeur aan politieke kaders. De Sena: ‘Toch heeft dit soort samenwerking uiteindelijk een aantal juridische effecten, omdat het helpt nieuwe gedragsnormen voor staten te verspreiden.’ Dat is volgens De Sena gebeurd met het Global Compact on Migration, een intergouvernementele overeenkomst waarin staten relevante politieke doelstellingen vaststelden, maar de vrijheid behielden om te kiezen hoe zij deze doelstellingen wilden bereiken. Volgens De Sena moeten we erkennen dat de traditionele oplossingen op basis van internationaal recht niet werken. Dat bewijst bijvoorbeeld de Internationale Conventie van de Verenigde Naties over de bescherming van de rechten van alle migrerende werknemers en hun gezinsleden uit 1990. ‘Dat was een mijlpaal, maar de conventie blijkt grotendeels ondoeltreffend. We moeten daarom onze aandacht verleggen.’

Pedro Pereira de Sena werkt nu in Portugal als stafchef bij de staatssecretaris voor civiele bescherming. Hij verdedigt zijn proefschrift op 26 april 2023.

Pedro de Sena
Pleidooi voor uitlegbare AI-regels bij de Belastingdienst

Door discriminerende algoritmes werden duizenden ouders door de Belastingdienst ten onrechte beschuldigd van fraude, met ingrijpende gevolgen voor de getroffen gezinnen. De algoritmen gebruikten informatie die wettelijk gezien niet relevant is bij besluitvorming, zoals geslacht, religie, etniciteit en adres. Błażej Kuźniacki, interdisciplinair onderzoeker Fiscaal recht, pleit voor meer transparantie als kunstmatige intelligentie (AI) bij belastingzaken wordt ingezet. Wel denkt hij dat het gebruik van AI nodig is. ‘Mensen zijn niet in staat om een enorme hoeveelheid gegevens zo snel en nauwkeurig te doorlopen als algoritmes. Het gaat erom AI op een juiste manier te gebruiken en om de rechten van de belastingbetaler niet te schaden. En er moet een mens zijn met de bevoegdheid om een beslissing te nemen. Het gaat fout als het proces te geautomatiseerd en geheimzinnig is. Dat kan leiden tot discriminerende behandeling.’ Belastingdiensten moeten hun beslissingen kunnen verantwoorden, maar lijken in toenemende mate gebruik te maken van niet-uitlegbare AI-systemen. ‘Dat is beangstigend’, stelt Kuźniacki. ‘Het is voor mensen moeilijk om beslissingen van machine learning algoritmen volledig te begrijpen en verklaren. Daarbij komt nog tax secrecy die transparantie verhindert.’

Geestesweten­­schappen

Musea tonen koloniaal verleden steeds meer vanuit verschillende perspectieven

Hoe gaan musea om met de geschiedenis van kolonialisme en slavernij? En hoe kunnen ze hun tentoonstellingen inrichten op een manier die beter aansluit bij de samenleving van nu? Erfgoeddeskundige Sarike van Slooten onderzocht dit aan de hand van museumtentoonstellingen in Nederland, Curaçao, het Verenigd Koninkrijk, Ghana en de VS. Ze sprak met deskundigen uit de musea zelf, observeerde de tentoonstellingen en vroeg bezoekers naar hun ervaringen. In de jaren waarin de promovendus haar onderzoek uitvoerde, zag ze veel veranderen. ‘Musea komen steeds meer los van het traditionele narratief, waarin het verhaal werd verteld vanuit de mensen die de macht hadden. Ik zag in het Tropenmuseum en het Rijksmuseum bijvoorbeeld grote verschillen tussen tentoonstellingen in 2017 en in 2020-2021.

De teams van curatoren zijn in die paar jaar tijd diverser geworden, de exposities zijn het verleden vanuit meerdere perspectieven gaan belichten en de bezoeker heeft een actievere rol gekregen.’ Toch is er nog altijd ruimte voor verbetering, stelt Van Slooten. ‘Grote musea werken vaak nog vanuit de oude manier van representatie, met een route die je moet volgen, kunstwerken die aan de muur hangen en begeleidende teksten erbij. Zulke exposities zijn vooral gericht op het hoofd, terwijl blijkt dat bezoekers meer op zoek zijn naar een emotionele belevenis. Het prikkelen van verschillende zintuigen – horen, ruiken, voelen – kan helpen het koloniale verleden tastbaarder te maken.’

Kunstwerk La Bouche du Roi in de tentoonstelling Slavernij van het Rijksmuseum
Musea tonen koloniaal verleden steeds meer vanuit verschillende perspectieven

Hoe gaan musea om met de geschiedenis van kolonialisme en slavernij? En hoe kunnen ze hun tentoonstellingen inrichten op een manier die beter aansluit bij de samenleving van nu? Erfgoeddeskundige Sarike van Slooten onderzocht dit aan de hand van museumtentoonstellingen in Nederland, Curaçao, het Verenigd Koninkrijk, Ghana en de VS. Ze sprak met deskundigen uit de musea zelf, observeerde de tentoonstellingen en vroeg bezoekers naar hun ervaringen. In de jaren waarin de promovendus haar onderzoek uitvoerde, zag ze veel veranderen. ‘Musea komen steeds meer los van het traditionele narratief, waarin het verhaal werd verteld vanuit de mensen die de macht hadden. Ik zag in het Tropenmuseum en het Rijksmuseum bijvoorbeeld grote verschillen tussen tentoonstellingen in 2017 en in 2020-2021. De teams van curatoren zijn in die paar jaar tijd diverser geworden, de exposities zijn het verleden vanuit meerdere perspectieven gaan belichten en de bezoeker heeft een actievere rol gekregen.’ Toch is er nog altijd ruimte voor verbetering, stelt Van Slooten. ‘Grote musea werken vaak nog vanuit de oude manier van representatie, met een route die je moet volgen, kunstwerken die aan de muur hangen en begeleidende teksten erbij. Zulke exposities zijn vooral gericht op het hoofd, terwijl blijkt dat bezoekers meer op zoek zijn naar een emotionele belevenis. Het prikkelen van verschillende zintuigen – horen, ruiken, voelen – kan helpen het koloniale verleden tastbaarder te maken.’

Kunstwerk La Bouche du Roi in de tentoonstelling Slavernij van het Rijksmuseum

Tandheel­kunde

ACTA-onderzoek: proefdieren niet altijd nodig

Sue Gibbs, hoogleraar Regeneratieve geneeskunde bij ACTA en het Amsterdam UMC, laat zien dat het niet altijd nodig is proefdieren in te zetten bij onderzoek naar ontstekingen of ziektes in de mond. Zij gebruikt tandvleesmodellen die het gebruik van levende dieren in onderzoek kunnen vervangen. Gibbs studeerde Humane biochemie en fysiologie in Engeland en promoveerde in 1991 aan de Universiteit Leiden. Haar carrière is gericht op in vitro alternatieven voor dierproeven om nieuwe therapeutische strategieën te ontwikkelen voor de behandeling van ziekten bij mensen.

Gibbs onderzoekt bijvoorbeeld waarom een diepe huidwond geneest met een slechte littekenvorming, terwijl orale wonden relatief weinig littekens tot gevolg hebben. Heeft dit te maken met intrinsieke eigenschappen van de cellen of komt dit door extrinsieke factoren zoals speeksel en microbioom?

Het filmpje met uitleg van Gibbs is onderdeel van een reeks over de betekenis van ACTA-onderzoek voor de maatschappij.

Gibbs is onlangs voorgedragen voor de Willy van Heumen Oeuvreprijs, waarmee onderzoek naar proefdiervrije alternatieven wordt aangemoedigd. De prijs wordt in het najaar uitgereikt.

Tandheel­kunde

ACTA-onderzoek: proefdieren niet altijd nodig

Sue Gibbs, hoogleraar Regeneratieve geneeskunde bij ACTA en het Amsterdam UMC, laat zien dat het niet altijd nodig is proefdieren in te zetten bij onderzoek naar ontstekingen of ziektes in de mond. Zij gebruikt tandvleesmodellen die het gebruik van levende dieren in onderzoek kunnen vervangen. Gibbs studeerde Humane biochemie en fysiologie in Engeland en promoveerde in 1991 aan de Universiteit Leiden. Haar carrière is gericht op in vitro alternatieven voor dierproeven om nieuwe therapeutische strategieën te ontwikkelen voor de behandeling van ziekten bij mensen. Gibbs onderzoekt bijvoorbeeld waarom een diepe huidwond geneest met een slechte littekenvorming, terwijl orale wonden relatief weinig littekens tot gevolg hebben. Heeft dit te maken met intrinsieke eigenschappen van de cellen of komt dit door extrinsieke factoren zoals speeksel en microbioom?

Het filmpje met uitleg van Gibbs is onderdeel van een reeks over de betekenis van ACTA-onderzoek voor de maatschappij.

Gibbs is onlangs voorgedragen voor de Willy van Heumen Oeuvreprijs, waarmee onderzoek naar proefdiervrije alternatieven wordt aangemoedigd. De prijs wordt in het najaar uitgereikt.

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

Twitter

LinkedIn

WhatsApp